De provincie Noord-Holland heeft richtlijnen opgesteld voor de verduurzaming en innovatie van datacenters. Deze gaan onder meer over het reduceren van watergebruik, het aanbrengen van beplanting en het delen van restwarmte.
Esther Rommel, VVD-gedeputeerde van de provincie Noord-Holland voor Ruimtelijke Ontwikkeling, Economie, Havens en Recreatie: “Datacenters zijn niet meer weg te denken en ontzettend veel bedrijven, organisaties en particulieren in Nederland zijn er afhankelijk van. De ontwikkelingen van digitale technologieën zoals artificiële intelligentie (AI) gaan razendsnel. Noord-Holland wil dan ook een aantrekkelijke vestigingslocatie voor datacenters zijn en blijven. Maar er moet wel voldoende aandacht zijn voor het effect van de datacenters. De datacenters hebben een grote impact op het landschap en het watersysteem. En ze gebruiken veel elektriciteit. Daarom vond de provincie het belangrijk om een datacenterstrategie op te stellen.”
In de strategie is onder andere vastgelegd dat er alleen op bedrijventerreinen in Amsterdam, Haarlemmermeer en Hollands Kroon nog nieuwe datacenters mogen komen. De richtlijnen die Gedeputeerde Staten (GS) nu hebben vastgesteld komen voort uit de strategie. Ze zijn het resultaat van gesprekken tussen de provincie Noord-Holland, gemeente Amsterdam, Haarlemmermeer en Hollands Kroon. Ook de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft input geleverd.
Esther Rommel: ”Verduurzamen en innovatie staan altijd op de agenda als wij met partijen in gesprek gaan over datacenters. Wij vinden het erg belangrijk dat de datacenters aandacht besteden aan bijvoorbeeld het gebruik van restwarmte en waterbesparing. Ook de inpassing in het landschap verdient altijd aandacht. Datacenters zijn meestal enorme grijze ‘dozen’ en beeldbepalend voor een gebied. Door rond het gebouw struiken en bomen te planten en lichte gevelbeplating aan te brengen is echt veel verbetering mogelijk. Wij verplichten nu de initiatiefnemers om de richtlijnen serieus te bekijken en vragen hen om te motiveren waarom er wel of niet aan voldaan kan worden.”