André Hiddink, productmanager IT-infrastructuur bij Rittal
Bij het (her)inrichten van serverruimtes of datacenters, moeten bedrijven niet alleen kijken naar de fysieke inrichting. André Hiddink van Rittal vindt minstens zo belangrijk wat zich buiten de muren van die ruimtes afspeelt. “Externe ontwikkelingen bepalen mede hoe deze benut gaan worden. IoT, big data en OCP gaan een grote impact hebben.”
Rittal is fabrikant van onder meer behuizingen, stroomverdelingssystemen, systeemklimatisering, monitoring en diensten voor datacenters en productmanager IT-infrastructuur André Hiddink ziet de markt momenteel sterk veranderen. “In serverruimtes en datacenters is permanent aandacht voor slimmer omgaan met energie en koeling”, zegt Hiddink. “Dat komt onder andere door de lancering van steeds weer nieuwe hardware en met de opkomst van Open Compute Projects (OCP) voor datacenters. Van de trends buiten de datacenters en serverruimtes zie ik IoT, big data en dus OCP als de trends met de meeste impact. Dan het ik het nog niet eens over de keten. Met die top 3 hebben we de nodige ervaring. We hebben klanten die de processen compleet hebben gewijzigd en waarbij IoT nu de leidraad is. Er zijn ook bedrijven die big data inzetten. Dit heeft ook consequenties voor de bestaande serverruimtes.”
Verklaring
“De reden dat dit zo belangrijk is voor het functioneren van serverruimtes, zit ‘m in hoe de datastromen op dit moment mondiaal zijn ingericht”, zegt Hiddink. “In productieomgevingen ontstaat data en het is al jaren gebruikelijk dat die op servers ergens in een externe ruimte wordt opgeslagen dan wel bewerkt. Op afstand dus. Bij het IoT zien we juist als voorwaarde dat data heel dicht bij de productieprocessen moet zitten. Data stuurt namelijk de processen aan en maakt permanente bijstelling mogelijk. Dan willen bedrijven niet afhankelijk zijn van schommelde latency of begrensde netwerkcapaciteit. Data is de zuurstof voor het IoT, moet dichtbij op de bron zijn, maar voor verdere verwerking, en dan gaat het al snel vanzelf richting big data, moet data bij voorkeur weer op veilige afstand staan. Dat kan dus in eigen serverruimtes, maar ook echt extern. Het IoT leidt dus tot een andere, deels complexere, architectuur en heeft daarmee consequenties voor het (her) inrichten van bestaande ruimtes.
OCP als derde trend

Andre Hiddink
OCP brengt voor de inrichting, niet de processen, van datacenters ingrijpende veranderingen teweeg. De verbetering van efficiency die hierdoor mogelijk wordt, is volgens de productmanager ongekend. “Een veel gebruikt voorbeeld is dat in datacenters die volledig naar OCP-normen zijn ingericht alle enigineers tot 40 keer meer servers kunnen beheren, dan in ruimtes van dezelfde omvang waar hardware en racks volgens nog conventioneel zijn ingericht.” Als het aan Hiddink ligt, moeten alle leveranciers en inrichters de idee achter OCP dan ook begrijpen, omdat het de concurrentieverhoudingen tussen datacenters op scherp zet. “We weten inmiddels van echte dedicated datacenters, die feitelijke grote serverruimtes zijn, dat de gewone servers of blades, inclusief de 19” racks, al voor OCP worden vervangen. Waarom enterprises dat doen? Minder personeel en lagere exploitatiekosten.”
Twee ketenbetekenissen
Naast de drie trends met grote impact, is er volgens Hiddink ook iets aan de hand met de keten. Het punt dat hij daarbij eveneens duidelijk wil maken, is dat de keten in de context van IoT en big data twee verschillende betekenissen heeft. “Beide ontwikkelingen hebben een behoorlijke impact op bestaande processen en zorgen ervoor dat een complete productieketen anders gaat werken. Een voorbeeld dat ik vaker gebruik, zijn de fabrikanten die dankzij IoT en big data just-in-time kunnen leveren. Daarmee geven zij hun afnemers feitelijk een duwtje, waardoor ze dat ook gaan doen. Door IoT op één plek in te zetten, wordt een hele keten in beweging gebracht.” De andere betekenis van keten gaat over de bedrijven die de overstap naar een op IoT en big data gebaseerde productie en dienstverlening mogelijk gaan maken. Deze leveranciers en installateurs krijgen straks andere vragen voorgelegd, weten ze bij Rittal. Zij moeten beschikken over kennis die hun bestaande klanten de juiste beslissingen helpt te nemen. Als kennispartners zijn ze daarmee belangrijk voor hun klanten. Zij zullen bij dat proces ook meer dan ooit op hun leveranciers en afnemers moeten letten. Op de gehele keten dus.
‘Data is de zuurstof voor het IoT’
Data als achillespees
Hiddink wijst erop dat iedereen wel inmiddels doorheeft dat data zelf de achillespees is voor IoT en big data. Of iedereen de impact daarvan scherp op het netvlies heeft, is een punt waar hij aandacht voor vraagt. “Allereerst moet iedereen in de keten, ook de installateurs, zich bewust zijn dat data optimaal moet worden beschermd en beveiligd. IoT en big data zorgen voor een verdere aanscherping van security-eisen en dat is weer van invloed op de vereiste kennis van de installateurs.” Voor de leveranciers, installateurs, architecten en zelfs de beheerders ontstaat er een heel nieuw werkveld. “De impact van data als product en bron van IoT en big data is enorm, misschien wel een trend op zich”, zo geeft de productmanager van Rittal aan.
Toekomst
Dit alles leidt tot twee opties. Ofwel doorgaan op de oude voet ofwel de eigen positie kritisch onder de loep nemen. Dit laatste lijkt Hiddink de beste keuze. “Waarschijnlijk komen bedrijven tot de conclusie dat kennis van de drie genoemde ontwikkelingen meer dan ooit het onderscheid gaat maken. Kennis die hen en hun klanten in staat stelt een voorsprong te behouden of zelfs uit te bouwen. Zij die als eerste in hun sector de genoemde innovaties doorvoeren, komen waarschijnlijk op een ongekende voorsprong. Dit is de uitdaging waar de schakels binnen een keten voor staan”, besluit Hiddink.
[Dit artikel is eerder gepubliceerd in ChannelConnect magazine nummer 3-2017]