Winkeliers schermen bijvoorbeeld vaak met onderzoekskosten terwijl die in de eerste zes maanden na aankoop voor rekening van de verkoper zijn.
In de helft van de gevallen probeerden verkopers te voorkomen dat het defecte toestel voor kosteloze reparatie werd ingeleverd. Aan de servicebalies werden, naast servicekosten, uiteenlopende smoezen gebruikt: ‘Deze telefoon is te ruw gebruikt’, ‘misschien moet u honderden euro’s bijbetalen’, ‘er zit een winkel om de hoek die veel sneller repareert’ en ‘kom over een week terug’. De aanhouder wint, want na aandringen werden uiteindelijk 14 van de 16 smartphones zonder kosten gerepareerd. De Consumentenbond adviseert consumenten om voet bij stuk te houden en zich niet af te laten schrikken door wat verkopers zeggen.
Voor de praktijkproef werden ook bij alle telefoons de vochtindicatoren bevochtigd, maar de toestellen zelf bleven droog en de gebreken (zoals een defecte microfoon, camera, aan-uitknop, usb-connector en speaker) hadden daar niets mee te maken. Een verkleuring van de vochtindicator alleen is onvoldoende bewijs dat er door oxidatie een defect is ontstaan, daarvoor is aanvullend bewijs nodig. Bij 2 iPhones werd vervolgens toch ten onrechte vochtschade geconstateerd, de offerte om dit te herstellen bedroeg 250 euro.