Onderzoekers van de TU Delft hebben een sensor ontwikkeld die maar 11 atomen groot is. De sensor is in staat om magnetische golven op te vangen en bestaat uit een antenne, een uitleesscherm, een resetknop én een harde schijf.
De onderzoekers willen met de atomaire sensor meer te weten te komen over het gedrag van magneetgolven. In theorie kan het gebruik van zogeheten spintronica zorgen efficiëntere elektronische dataverwerking. Hierbij worden er geen elektrische signalen gebruikt voor het versturen van gegevens, maar magnetische signalen.
Minpunt is dat werken met magnetische signalen gecompliceerd is, met name op de piepkleine schaal van computerchips. De golven bewegen razendsnel waardoor ze in nanoseconden verdwenen zijn. Bovendien zorgen de wetten van de quantummechanica ervoor dat de golven in meerdere richtingen tegelijk kunnen bewegen. Dit maakt ze extra ongrijpbaar.
Om ze toch te kunnen bestuderen hebben onderzoekers van de TU Delft een minuscuul apparaatje ontwikkeld. Het bestaat uit elf atomen en is voorzien van een antenne, uitleesscherm, resetknop en harde schijf die de meetresultaten opslaat. De kern van de uitvinding is dat het apparaat vliegensvlug onthoudt of er een magnetische golf voorbijgekomen is.
De onderzoekers hebben het apparaat aangesloten op magnetische atoomdraadjes. De resultaten zijn veelbelovend: de golven bewogen heel eigenaardig, zoals je zou verwachten volgens de quantummechanica. De volgende stap is om de techniek toe te passen op ingewikkelder schakelingen om meer inzicht te krijgen in het gedrag van spintronica.