De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft voorlopige resultaten bekendgemaakt van onderzoek naar smart cities. AP verwacht het onderzoek na de zomer af te ronden.
AP onderzoekt de verwerking van persoonsgegevens die in de openbare ruimte worden verzameld, bijvoorbeeld met sensoren. De privacywaakhond wil weten of de privacy voldoende is gewaarborgd. Diverse gemeenten hebben informatie aangeleverd aan AP.
Onderzoeker Anna Maj Drenth: “Wat opvalt is dat er een groot verschil is tussen grote en kleinere gemeenten: grote gemeenten zijn duidelijk al een stap verder met smart city-toepassingen en hebben vaak specifiek beleid of kaders opgesteld over waar deze toepassingen aan moeten voldoen. Kleinere gemeenten lijken nog maar weinig ‘slimme’ toepassingen in te zetten.”
Gemeenten moeten onderzoeken welke privacygevaren er zijn als ze persoonsgegevens gaan verwerken. Wat is het gevolg als dergelijke informatie op straat ligt? Dit gebeurt in een zogeheten data protection impact assessment (DPIA). AP bekeek verschillende DPIA’s. Op basis daarvan doet de organisatie een aantal aanbevelingen.
AP wijst erop dat de DPIA kwalitatief in orde moet zijn. Het moet duidelijk zijn welke gegevens er in de praktijk worden verwerkt met bijvoorbeeld camera’s en sensoren. Een DPIA kan aan AP worden voorgelegd. Dat moet wel op tijd worden gedaan. AP heeft 14 weken de tijd nodig om een beoordeling te geven.
Vaak werken gemeenten samen bij smart city-toepassingen. AP adviseert bij samenwerkingsverbanden duidelijk in beeld te brengen wie waarvoor verantwoordelijk is. Ook is het belangrijk dat burgers bij de ontwikkeling van dergelijke toepassingen worden betrokken, aldus AP.
Slimme toepassingen in de openbare ruimte kunnen soms een uitkomst zijn om het coronavirus te bestrijden, bijvoorbeeld om de veiligheidsregels te handhaven. AP waarschuwt gemeenten dat ze zich daarbij wel moeten houden aan strikte privacyvoorwaarden.
Door de coronacrisis rondt de AP het onderzoek later af dan gepland. Na de zomer verwacht de AP de volledige resultaten van het onderzoek te kunnen publiceren.