Nederlandse huishoudens maken nog maar beperkt gebruik van Internet of Things (IoT)-apparaten. Van de Nederlandse volwassenen gebruikt 44,7 procent IoT, in de meeste gevallen gaat het om slechts een apparaat. Daarmee lijkt de potentie van IoT nog lang niet bereikt, staat in onderzoek van de Universiteit Twente.
Het gebruik van IoT-apparatuur komt vooral voor onder jongeren en mensen met een hogere opleiding of hoger inkomen. “Enigszins verontrustend, aangezien juist oudere mensen en mensen met een lager inkomen relatief vaker gezondheidsproblemen hebben,” zegt onderzoeksleider Alexander van Deursen. “Voor mensen uit lagere inkomensklassen geldt daarnaast dat zij relatief veel zouden kunnen profiteren van lagere energiekosten.” Dat juist hogere inkomensklassen profiteren van IoT-toepassingen voor gezondheid en energiebesparing, suggereert volgens Van Deursen dat het IoT onbedoeld ongelijkheid binnen de samenleving kan vergroten.
Naast hoge kosten en desinteresse zijn zorgen over de privacy een belangrijke reden IoT niet te gebruiken. “Terecht, aangezien privacy steeds meer in het geding komt wanneer communicatie tussen apparaten en/of gebruikers automatisch en achter de schermen plaats vindt.” Een groot deel van de niet-gebruikers geeft aan dat ze hun gegevens niet aan bedrijven of de overheid toevertrouwen. “Producenten dienen opener te zijn over de apparaten en systemen die ze ontwikkelen en zullen duidelijk moeten maken welke keuzes consumenten hebben als het gaat over dataverzameling en de verwerking ervan.”
Verder wordt door 40 procent van de niet-gebruikers een tekort aan vaardigheden genoemd. “Een belangrijk punt, want ook al nemen IoT-apparaten autonoom beslissingen, vaardigheden zijn erg belangrijk om de grote hoeveelheid complexe data die wordt verzameld te kunnen bevatten. Waar de bediening van eerdere technologie een volledig bewuste gebruiker vereiste, kenmerkt het IoT zich door relatief passieve gebruikers die zich niet bewust zijn van wat er precies gebeurt achter de schermen. Toch dienen gebruikers zich af te vragen welke data worden verzameld, welke analyses er nodig zijn en wie toegang krijgt tot de data. Dit vereist strategische vaardigheden.”
Van de mensen die nog geen gebruik maken van IoT zou het besparen van energie de belangrijkste motivatie zijn om dat in de toekomst te gaan doen. Desondanks geeft slechts 28,3 procent IoT in de toekomst te willen gebruiken. Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van communicatiewetenschapper Alexander van Deursen. Het rapport staat op www.anythingforanyone.nl.