Een recente uitspraak van Matt Garman, een van de topmannen bij Amazon, deed veel stof opwaaien. Zijn boodschap is simpel: als je niet vijf dagen per week op kantoor wilt werken, zoek dan maar een ander bedrijf. Het is een opmerking die de kern raakt van een bredere discussie: moet je fysiek op kantoor zijn om te innoveren en productief te zijn? Of kan het hybride werken een blijvende norm worden?
De realiteit is dat de meeste mensen de voordelen van hybride werken omarmen. Geen lange reistijden, meer tijd voor het gezin en een betere balans tussen werk en privé. Uit recent onderzoek blijkt dat bijna de helft van de Nederlandse werknemers tegenwoordig twee tot drie dagen per week op kantoor werkt. Tegelijkertijd geeft een kwart van hen aan serieus te hebben overwogen om hun baan op te zeggen vanwege het rigide werkbeleid van hun werkgever. Dit geeft aan hoe belangrijk flexibiliteit is voor werknemers.
De controverse van big tech
Het zijn big tech bedrijven die, samen met hun partners, het hybride werken mogelijk maken. Dat blijkt maar weer eens uit innovaties die Microsoft doorvoert bij de integratie van Windows Mobile Phone en Teams. Veel tech-bedrijven zien dat flexibele werk echter liever niet in hun eigen onderneming. En dat geldt niet alleen voor Amazon.
Topvrouwen zoals Lisa Sue van AMD en Michelle Johnston Holthouse van Intel, stelden vorig jaar tijdens een partnerevent, dat hybride werken nieuwe uitdagingen met zich meebrengt. Ze wijzen erop dat fysieke interactie vaak nodig is voor innovatie en teambuilding.
Strijd om talent
De discussie gaat echter niet alleen over efficiëntie, maar ook over werkplezier en welzijn. Bedrijven die vasthouden aan een vijfdaagse kantoorweek riskeren talent te verliezen aan organisaties die wél flexibel werken mogelijk maken. De keuze tussen werken op kantoor of hybride werken is voor veel mensen niet zomaar een kwestie van voorkeur, maar raakt aan fundamentele vragen over hun tevredenheid en toekomst bij een bedrijf.
Bedrijven die dit negeren, lopen het risico om achter te blijven in een steeds veranderende arbeidsmarkt. Misschien is het, zoals Garman suggereert, tijd om te vertrekken als het niet bij je past. Maar de meeste ondernemingen voeren een serieuze strijd om talent op een krappe arbeidsmarkt en kunnen zich die houding helemaal niet permitteren.