De Europese Commissie heeft afgelopen woensdag haar ambitieuze ‘AI Continent Action Plan’ onthuld, waarmee het continent zich wil positioneren als wereldleider op het gebied van kunstmatige intelligentie. Met dit nieuwe offensief hoopt Brussel de kloof met technologische grootmachten als de Verenigde Staten en China te verkleinen.
Hoewel Amerikaanse bedrijven als OpenAI en het Chinese DeepSeek momenteel vooroplopen in de AI-wedloop, gelooft de Commissie dat Europa het verschil nog kan maken. “De race is nog lang niet gestreden,” klinkt het uit Brussel. In het verlengde van het InvestAI-initiatief, dat eerder dit jaar tijdens de AI-top in Parijs werd gepresenteerd, wil de EU minimaal dertien AI-fabrieken en tot vijf zogeheten ‘gigafabrieken’ realiseren. Deze moeten dienen als broedplaatsen voor de ontwikkeling en training van geavanceerde AI-modellen.
Via InvestAI moet minstens 20 miljard euro aan particuliere middelen worden vrijgemaakt voor de bouw van deze megafaciliteiten. Daarbovenop komt een aanvullende impuls voor de cloud- en datacentersector via een aparte wetgevingsagenda, de ‘Cloud and AI Development Act’. De Europese datacapaciteit moet de komende jaren minimaal verdrievoudigen, met een nadruk op duurzame oplossingen.
Die verduurzaming is cruciaal, want AI-toepassingen vragen enorm veel energie en water. Een verzoek aan een AI-model als ChatGPT verbruikt tot tien keer meer stroom dan een eenvoudige zoekopdracht op internet, volgens het Internationaal Energieagentschap. Hoe de EU dit energieverbruik op een duurzame manier wil opvangen, wordt in het actieplan echter nog niet concreet gemaakt.
Slechts klein deel Europese bedrijven gebruikt AI
Naast investeringen in infrastructuur en technologie wil de EU de toepassing van AI in strategische sectoren bevorderen. Op dit moment maakt slechts 13,5 procent van de Europese bedrijven gebruik van AI. Dat percentage moet flink omhoog, onder meer in de industrie, zorg en publieke dienstverlening. Ook moet de toegang tot hoogwaardige data worden verbeterd.
Volgens Europarlementariër Reinier van Lanschot (Volt) is de politieke steun voor deze plannen groot. “Europa beseft steeds meer dat strategische autonomie noodzakelijk is,” zegt hij. Tegelijkertijd plaatst hij kanttekeningen bij de uitvoering. Hij verwijst naar eerdere ambitieuze maar gefaalde initiatieven, zoals Gaia-X – het EU-project voor een onafhankelijk datanetwerk dat nooit van de grond kwam. “We moeten kritisch blijven. Gaat het deze keer wel lukken?”