De grootste technologiebedrijven ter wereld voeren momenteel een intensieve lobby om de Europese Unie te overtuigen van een flexibele aanpak bij de regulering van kunstmatige intelligentie. Met de dreiging van miljardenboetes op de loer, proberen bedrijven als Google, Meta en Amazon de impact van de nieuwe AI-wet te verzachten.
Hoewel de EU-wetgevers in mei al een akkoord bereikten over de AI-wet, blijft de precieze invulling van de regels nog onduidelijk. Cruciaal hierbij is de gedragscode die momenteel wordt opgesteld. Deze code, hoewel niet juridisch bindend, zal dienen als een richtlijn voor bedrijven om aan te tonen dat ze aan de wet voldoen.
“De gedragscode is cruciaal. Als we het goed doen, kunnen we blijven innoveren,” zei Boniface de Champris tegen Reuters. Hij is senior beleidsmanager bij handelsorganisatie CCIA Europe, waarvan onder meer Amazon, Google en Meta deel uitmaken. Tegelijkertijd zijn er zorgen over de transparantie rondom de training van AI-modellen. Bedrijven als OpenAI en Stability AI liggen onder vuur vanwege het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal zonder toestemming.
De opzet van de gedragscode vereist een delicate balans tussen het bevorderen van innovatie en het beschermen van gebruikers en auteursrechten. Bedrijven pleiten voor een ruimere interpretatie van de regels, terwijl critici waarschuwen voor een te grote mate van geheimhouding.
Belang van transparantie
Non-profitorganisaties als Mozilla benadrukken het belang van transparantie bij de ontwikkeling van AI-modellen. De AI-wet biedt volgens hen een unieke kans om meer inzicht te krijgen in de ‘black box’ van AI en om bedrijven te verplichten tot openheid over de gegevens die ze gebruiken.
De ontwikkelingen in de EU worden met argusogen gevolgd door andere wereldmachten. De Europese Unie wil met de AI-wet een leidende rol spelen in de regulering van deze technologie, maar tegelijkertijd is er de angst om bedrijven naar andere regio’s te drijven.


