Duurzaamheid in IT gaat vaak over het energieverbruik van datacenters, de levensduur van hardware of het vergroenen van de cloud. Maar er is een onderdeel van de infrastructuur dat opvallend onderbelicht blijft: het netwerk. Elke bit die over een kabel of via een router wordt verstuurd, kost energie. Hoe kun je als IT-dienstverlener helpen het netwerk zelf duurzamer te maken?
We leven in een wereld waarin data constant in beweging is. Van videostreaming en cloudapplicaties tot IoT-sensoren en AI-modellen: het netwerkverkeer groeit exponentieel. Volgens het International Energy Agency (IEA) stijgt het wereldwijde internetverkeer jaarlijks met ruim 20%, en daarmee ook het energieverbruik van netwerkapparatuur.
Toch krijgt het netwerk zelden dezelfde aandacht als compute- of storage-omgevingen. Terwijl switches, routers en firewalls vaak 24/7 draaien, ongeacht de vraag. Elke datastroom die onnodig een extra hop maakt of via een inefficiënte route loopt, zorgt voor onnodige belasting van de infrastructuur – en daarmee voor extra stroomverbruik.
Onnodig? Inderdaad. Met een beetje goede optimalisatie voorkom je zulke omwegen en stuur je de data efficiënter naar zijn bestemming.
Netwerkoptimalisatie en duurzaamheid
Netwerkoptimalisatie is natuurlijk geen onbekend fenomeen voor de meeste IT-dienstverleners. Het wordt meestal ingezet om performanceproblemen te verhelpen. Maar de technieken die daarvoor worden gebruikt, leveren ook een directe besparing op in energieverbruik. Want hoe minder dataverkeer er door het netwerk hoeft, hoe minder werk switches, routers, load balancers en andere netwerkcomponenten moeten verzetten. Die winst telt op, zeker bij grotere netwerken of organisaties met meerdere vestigingen.
Voorbeeld: een bedrijf dat veel gebruik maakt van Microsoft 365, streamt continu data van servers in de cloud naar lokale werkstations. Maar dat is niet altijd nodig. Door caching en edge-oplossingen toe te passen, kunnen grote delen van dat verkeer lokaal worden opgeslagen en gedeeld. Dat vermindert het verkeer over de WAN-verbinding aanzienlijk – en daarmee de belasting voor de backbone, met lagere energiekosten en kortere laadtijden voor de gebruiker.
Ook Quality of Service-regels (QoS) kunnen helpen om bandbreedte efficiënter te benutten. Door bijvoorbeeld videoconferencing voorrang te geven boven achtergrondverkeer, wordt niet alleen de gebruikerservaring beter, maar blijft ook de netwerkbelasting binnen de perken. Hierdoor is er minder verlies van packets en die hoeven dus niet steeds opnieuw te worden verstuurd. Ergo: minder data, minder energie.
Technologieën voor een groener netwerk
Er zijn verschillende technieken waarmee je als IT-dienstverlener actief kunt bijdragen aan netwerkoptimalisatie – en daarmee aan verduurzaming.
• SD-WAN: met software-defined wide area networking kun je verkeer dynamisch routeren over de meest efficiënte verbinding. Daarmee vermijd je onnodig dataverkeer via dure MPLS-verbindingen, waarmee je kosten en energie bespaart.
• Lokale caching en content delivery: door veelgebruikte content lokaal beschikbaar te stellen (denk aan updates, video’s, cloudbestanden) voorkom je dat dezelfde data telkens opnieuw via het internet moet worden opgehaald.
• Deep Packet Inspection (DPI) en verkeersanalyse: met deze technieken breng je in kaart welk verkeer essentieel is, en wat als ruis kan worden beschouwd. Daarmee kun je nog gerichter optimaliseren.
• Edge computing: door data dichter bij de bron te verwerken (op een lokaal device of edge-server) beperk je het verkeer naar centrale datacenters. Dat scheelt energie op meerdere niveaus.
• Sleep modes en energiebeheer: moderne switches en access points bieden mogelijkheden om tijdens inactieve uren energiezuiniger te opereren. Zeker op kantoor of in het onderwijs kun je hiermee winst behalen.
Praktisch
De meeste klanten hebben nauwelijks enig idee van de impact van het netwerk op hun energieverbruik. Ze merken alleen dat ‘het traag is’ of dat er ‘veel bandbreedte nodig is’. Als IT-dienstverlener kun je een paar praktische maatregelen nemen. Zo is inzicht het eerste vereiste. Daarvoor kun je netwerkmetingen en -audits uitvoeren. Daarmee breng je het verkeer in kaart, identificeer je pieken, ruis en inefficiënte routes.
Op basis hiervan kun je een plan opstellen voor een herinrichting van het netwerk: segmentering, edge-architecturen of het vervangen van verouderde apparatuur. Om daarna in de gaten te houden of het allemaal naar behoren werkt, implementeer je uiteraard monitoringtools – als je dat nog niet had gedaan.
Netwerkoptimalisatie is geen doel op zich, maar het levert wel dubbel resultaat op. De IT-omgeving van je klanten wordt er stabieler, sneller en beter schaalbaar van. En tegelijk draag je bij aan lagere kosten en een lagere CO₂-uitstoot en een efficiënter gebruik van resources.