IT-dienstverlener Claranet organiseert de komende tijd een serie bijeenkomsten onder de noemer Software Innovation Lunch. De eerste was 24 mei in Den Bosch en ChannelConnect was erbij.
Claranet zelf komt tijdens deze lunches niet uitgebreid aan het woord, het is een event voor en door softwarebedrijven. Wel legde Efrym Willems, Accountmanager bij Claranet Benelux uit waarom het bedrijf dergelijke lunches organiseert. “Wij komen bij en met onze klanten zowel in Nederland als in het buitenland veel met softwareleveranciers en softwarepartijen in contact.” Willems ziet daarbij dat er in die markt veel veranderingen plaatsvinden. “Om met elkaar over die snelle ontwikkelingen te praten willen we een laagdrempelige community opbouwen.” Dit alles om softwarepartijen in een informele setting bij elkaar te brengen. En hen met elkaar te laten netwerken. “We kunnen van elkaar leren, dat is eigenlijk de achtergrond van ons initiatief.”
Software als bord spaghetti
Tijdens de eerste sessie kwamen Luc Brandts, CEO van Software Improvement Group (SIG) en Pascal Widdershoven (foto), CEO van Kabisa aan het woord. De afgelopen jaren heeft Software Improvement Group meer dan 200 miljoen regels softwarecode gezien. “Het is eigenlijk eng welke misstanden je dan aantreft,” geeft Brandts aan. De CEO legt uit dat zijn bedrijf dagelijks bezig is met het bepalen van de kwaliteit van software, en die kan geschreven zijn in 309 verschillende technologieën: van Java, via Fortran tot low-code. Brandts: “We hebben allemaal wel het idee dat software die geschreven is als een bord spaghetti niet heel goed kan zijn. Bouwkwaliteit, kwetsbaarheid en de snelheid waarmee patches worden doorgevoerd hangen met elkaar samen.”
Technische schuld
SIG bepaalt niet alleen de kwaliteit van de software maar ook de ‘ingebouwde’ technische schuld. “We kunnen dus zeggen: de developers die hier aan het werk waren bouwden niet alleen voor twintig manjaar software, maar creëerden ook vier manjaar schuld.” Dat gaat spelen bij kwetsbaarheden en incidenten, maar zeker ook als op de software verder wordt ontwikkeld terwijl de basis niet goed genoeg is.
Een trend die Brandts herkent in de markt is de opkomst van low-code software. “Die leidt ertoe dat niet-developers, of junior developers, software produceren die architectuur en dus bouwkwaliteit mist. Daarom zie je nog weinig heel grote en complexe omgevingen gebouwd worden met low-code. De berg spaghetti wordt dan immers te groot.”
Developers vinden patchen niet leuk
Schokkender voor de aanwezigen is het door Brandts gemelde feit dat 80% van alle open source code die in productie is kwetsbaarheden kent. “Je verwacht dat updates en patches snel worden geïnstalleerd, maar de bulk aan patches vindt in de praktijk pas na een tot vijf jaar plaats.”
Op de vraag hoe dat komt, antwoordde de CEO: “Het upgraden van kwetsbaarheden is een taak voor developers en die doen dat als het zo uitkomt, ze vinden testing en patching niet leuk. Het management van organisatie is zich daarvan niet bewust.”
Vervangt AI softwaredevelopers?
Pascal Widdershoven, van Kabisha, haakt vervolgens aan op de opmars van low-code en gaat een stap verder door de stelling op tafel te lebben dat AI softwareontwikkelaars overbodig zal maken. “Zelfs de CEO van Nvidia stelde al dat we het programmeren maar aan AI moeten overlaten.”
Widdershoven stelt dat de inzet van AI bij het programmeren niet onlogisch is. “Software is geschreven in een programmeertaal en systemen als ChatGPT richten zich op talige projecten.”
Testing steeds belangrijker
“Het gaat om het reviewen. Zoals vroeger een senior developer het werk van een junior analyseerde en corrigeerde, zo moet je ook nu kritisch kijken naar dat wat AI oplevert. Voor die skills heb je ervaring nodig, en die bouw je juist op door zelf te ontwikkelen.”
Daarbij reageerde Widdershoven op de opmerking van Brandts dat ontwikkelaars liever ontwikkelen dan patchen of testen. “In feite zou je als ontwikkelaar voordat je start met het ontwikkelen van een applicatie al eerst het testprotocol moeten schrijven. Als je dat helder hebt kan AI dat als basis gebruiken voor de code, die je dan ook meteen veel beter kunt testen. Testing wordt daarmee belangrijker dan ooit.”