In onze rubriek ‘Het meest opvallende nieuws’ volgt een prominent in de markt de berichtgeving op ChannelConnect.nl. Hij of zij selecteert een bericht dat opviel en geeft er een reactie op. Deze week is dat Jihane Abid, International Account Manager bij G DATA CyberDefense.
Internet als deel van het leven
Onze kinderen groeien op met smartphones, spelcomputers en tablets en maken al vroeg gebruik van het internet volgens onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut. Maar liefst 63% van de kinderen tussen de 0 en 6 jaar oud maken gebruik van een tablet en 42% maakt ook gebruik van een smartphone.
“Naarmate kinderen ouder worden neemt het gebruik van alle apparaten toe. Kinderen van 7 tot en met 12 jaar beschikken over het algemeen over veel verschillende apparaten. Volgens hun ouders zijn in 2021 de meest gebruikte apparaten de televisie (86 procent) en de smartphone (76 procent). Daarna volgen gaming devices (72 procent) en tablets en laptop (beide 71 procent). Kortom, bij de meeste kinderen is het internet onderdeel voor een groot deel van hun leven, waardoor voorlichting noodzakelijk is.”
Voorlichting op school
“Gezien de digitale ontwikkelingen niet te stoppen zijn, zullen we kinderen op verantwoorde wijze deel moeten laten nemen aan de digitale maatschappij. Het is daarom belangrijk dat kinderen al op jonge leeftijd worden voorgelicht. Niet alleen ouders kunnen hier een bijdrage aan leveren maar ook scholen. Zij kunnen kinderen leren omgaan met online etiquette, hun persoonlijke data en andere cybersecurity vraagstukken. Leraren en het management van scholen zullen daarom moeten worden bijgeschoold om leerlingen meer richting, stimulans en inhoudelijke bagage te geven op het gebied van cybersecurity. Uit een onderzoek van G DATA uit 2018 blijkt dat ouders ook willen dat hun kinderen voorlichting krijgen op school over de digitale wereld.”
“Meer dan 97% van de Nederlanders vindt dat scholen cybercrime en veilig internetten in het lespakket van scholen moet worden opgenomen. Maar liefst driekwart (75,5%) van de deelnemers vindt dat er op de basisschool voorlichting over cybercrime gegeven moet worden, terwijl 22,2 procent stelt dat er moet worden begonnen met cyberbewustzijn vanaf de middelbare school. Slecht 2,3 procent denkt dat kinderen helemaal geen voorlichting nodig hebben.”
Creëer besef, herhaal en evalueer
“Dat de overheid deze stap nu eindelijk neemt zal door de meeste ouders en security professionals worden toegejuicht. Echter is nog niet zo ver, gezien de overheid nu nog bezig is om het programma voor het cyberrijbewijs voor kinderen op te zetten. Hoe deze er ook uit komt te zien, het is in ieder geval belangrijk dat het programma rekening houdt met drie aspecten, namelijk: het besef van noodzaak, de kracht van herhaling en een goede evaluatie.”
“Om cyberbewustzijn te bevorderen bij leerlingen, is het belangrijk dat leraren en het management van een school begrijpen dat de meeste inbreuken komen door menselijke fouten. Hierdoor zullen leraren en het management inzien dat training cruciaal is voor de opvoeding van kinderen. Vervolgens zullen ook de kinderen moeten snappen dat zij een interessant doelwit zijn van cybercriminelen.”
Aantrekkelijk doelwit
“Jonge internetgebruikers vormen immers een aantrekkelijk doelwit voor cybercriminelen. Ze zijn vaak onstuimig en makkelijk benaderbaar. Doordat apparaten steeds meer persoonlijke gegevens bevatten ontstaan er nieuwe risico’s, niet alleen in de vorm van identiteitsfraude of financieel verlies, maar ook op het gebied van onwenselijke contacten, sexting, cyberpesten, etc. Het is daarom essentieel om ze te wijzen op hun gedrag om cybercrime te voorkomen en potentiële risico’s te verminderen.”
“Echter is alleen het wijzen op de risico’s meestal niet genoeg. Het is belangrijk dat iedereen binnen de school (zowel de leerlingen, het management als de docenten) worden geconfronteerd. Op deze manier zullen ze eerder de voordelen van gedragsverandering inzien en beseffen dat ze bijvoorbeeld niet zomaar foto’s op social media moeten delen, om de kans op diefstal van persoonlijke informatie te verkleinen.”
Phishingtest
“Een confrontatie van ‘verkeerd’ gedrag kan bijvoorbeeld worden aangekaart middels een phishingtest of een simulatiegame waar een cyberaanval wordt nagebootst. Daarnaast is het een ideale nulmeting om het bewustzijnsniveau te meten onder leerlingen, docenten en het management.”
“Nadat het besef van noodzaak is bijgebracht, is het tijd om de leerlingen, leraren en het management structureel te trainen. De kracht van herhaling is hierbij cruciaal. Door steeds opnieuw aandacht te besteden aan het gewenste gedrag blijft het onderwerp top-of-mind en wordt er toegewerkt naar een positieve beveiligingscultuur binnen de maatschappij.”
Verschil tussen kennen en herkennen
“Een oude volkswijsheid is dat je 7 keer moet leren en 7 keer zult vergeten. Er zit namelijk een groot verschil tussen het kennen en het herkennen van informatie. Als je informatie herkent, betekent het nog niet dat je iets kunt navertellen of toepassen. Door herhaling wordt informatie opgeslagen in het langetermijngeheugen en gebeuren handelingen beetje bij beetje vanzelf.”
“Het is daarom verstandig om vooraf al een nulmeting te doen en tussendoor metingen uit te voeren. Op deze manier kan er samen worden gewerkt aan een solide veiligheidscultuur. Een veiligheidscultuur is er tenslotte niet meteen en het duurt meestal een aantal jaar voordat er echt verandering zichtbaar is.”
Geen cyberweerbaarheidscursus, maar les
“Tot slot hoop ik dat de overheid geen cursus aan het ontwikkelen is, maar van het cyberrijbewijs echt een lesprogramma maakt die regelmatig herhaalt wordt. Daarnaast zullen de lessen ook gegeven moeten worden door docenten die zijn opgeleid om cyberbewustzijnslessen te geven. Op deze manier kan het cyberrijbewijs een groot succes worden en een grote bijdrage leveren aan de cyberveiligheid binnen onze maatschappij.”