Er wordt nog steeds veel te weinig aangifte gedaan van cybercriminaliteit. Dat was de belangrijkste oproep van Gina Doekhie, cybercrime specialist bij de Politie Nederland, woensdag tijdens een online event van Orange Cyberdefense.
De meestvoorkomende vorm van cybercriminaliteit waarvan aangifte wordt gedaan, is phishing fraude, en dan met name phishingmails om inloggegevens van internetbankieren te achterhalen.
Op de tweede plaats staan gehackte accounts bij webwinkels die door criminelen misbruikt worden om bestellingen op naam van het slachtoffer te doen.
De top 3 wordt afgesloten met helpdeskfraude, zoals de technische supportmedewerkers die beweren namens Microsoft te bellen. Daarbij hoort overigens ook de zogeheten ‘Vriend in nood-fraude’ waarbij iemand zich via WhatsApp voordoet als een familielid en vraagt om een geldbedrag over te maken. Deze vorm van fraude is razend populair en heeft vanaf mei 2020 geleid tot ongeveer 700 aangiften per week, aldus de politie.
Een andere veelvoorkomende vorm van cybercriminaliteit is CEO-fraude, ook wel Busines E-mail Compromise (BEC) geheten. Hoewel dat tussen 2016 en 2018 in Nederland zeker 64 miljoen euro schade heeft opgeleverd, staat deze vorm van cybercrime niet eens in de top 5, aldus Doekhie. Volgens haar komt dat onder meer doordat bedrijven uit angst voor reputatieschade geen aangifte doen.
Volgens Doekhie is het belangrijk om het businessmodel van criminelen te verstoren, bijvoorbeeld door bij een ransomware-infectie geen losgeld te betalen. Verder is het volgens haar goed om het bewustzijn over cybercriminaliteit bij gebruikers te vergroten.