Sinds de entree van Iron Mountain Data Centers in de Nederlandse markt in 2018 is de blik voortdurend gericht op uitbreiding. Bij het bedrijf, dat naast de voormalige Evoswitch-faciliteiten in Haarlem ook achttien andere datacenters wereldwijd heeft, zien ze al enkele jaren sterke groei. “Die is nu sterker dan voorheen”, zegt Boonstra. “Ook voor de komende vijf jaar verwachten we dubbele cijfers. In Nederland, maar ook op andere locaties als Frankfurt en Londen.” Dat is nodig ook, want de sales gaan sneller dan dat datacenters in staat zijn om te bouwen. Iron Mountain Data Centers is in Londen bezig aan de afronding van de bouw van een tweede datacenter, en alle 27MW aan capaciteit daar is al in één keer verkocht aan een grote cloudpartij.
Ook in Nederland gaat het hard, ziet Boonstra. Twee jaar geleden werd een nieuw onderstation geopend van 30 MVA, en Iron Mountain heeft op de campus nog steeds veel uitbreidingsmogelijkheden. Daar zijn ze dan ook druk mee bezig, waarbij ze voor 2023 concrete plannen hebben. “We hebben veel nieuwe deals, waarvan een groot deel van bestaande klanten die aan het uitbreiden zijn”, zegt Boonstra. “En hoewel de overheid strenger is geworden, hebben we goede afspraken gemaakt voor de komende tien jaar.”
Wereldwijde aanwezigheid
Dat de behoefte voor ICT-capaciteit zo toeneemt is geen wonder, zegt Boonstra. Een cloud zweeft immers niet in de lucht, maar staat op servers. “Iedereen maakt gebruik van sociale media, streamt, gamed en werkt meer en meer in de cloud, en dat moet ergens staan. 5G, Augmented Reality en zelfrijdende voertuigen, dat komt er allemaal bij en vraagt om enorme hoeveelheden data die ook lokaal beschikbaar moeten zijn”, zegt Boonstra. “En we hebben als Iron Mountain het voordeel dat we echt overal een presence hebben. We zitten in meer dan 50 landen wereldwijd en beschikken over veel vastgoed dat ook kan dienen voor edge of kleinere datacenterlocaties. We hoeven niet bij te kopen, we hebben het gewoon beschikbaar. Ook in Nederland.”
Klanten vragen ook nadrukkelijker om een wereldwijde aanwezigheid. “Je ziet veel consolidatie in de digitale wereld”, zegt Boonstra. “Kleine partijen worden overgenomen door grote partijen, die ook in meer landen actief zijn. Kleinere providers willen ook hun diensten kunnen leveren op locaties als Singapore of Texas, en je moet lokaal aanwezig zijn om de beste service of gebruikservaring te leveren aan de eindgebruiker. Steeds meer klanten kwamen met mij in contact met de vraag of ik ze ook in Azië of andere werelddelen kon helpen. Toen al schreven we geweldige cijfers, maar pas nadat we onderdeel gingen uitmaken van Iron Mountain Data Centers, kregen we die mogelijkheid, want Iron Mountain Data Centers wilde precies dat gaan doen. Eigenlijk zijn we met de klanten meegegroeid.”
Mix
Een belangrijke kracht van Iron Mountain is daarbij dat iedere klant op dezelfde dienstverlening kan rekenen. “Vroeger had je datacenter partijen die zich of richten op de retail, of op hyperscale”, zegt Boonstra. “Maar dat is veranderd. Je moet een mix hebben van klanten. Je denkt al snel dat hele grote klanten die miljoenen aan omzet genereren de belangrijkste zijn. Maar je hebt iedereen nodig voor je bestaanszekerheid.” Natuurlijk hebben grote klanten een andere aanpak, bijvoorbeeld omdat ze zelf hun security willen inregelen, voegt Boonstra eraan toe, en ze hebben complexere vraagstukken. “Wij geven echter net zo graag aandacht aan klanten met één rack, gemeenten met drie racks, of lokale hostingproviders met tien racks.” Het zit bij Boonstra zo diep dat hij in zijn gesprekken niet echt meer onderscheid maakt tussen retail, colocatie of enterprise.
Qua partnerships heeft het bedrijf contacten met alle grote carriers, die bij Iron Mountain Data Centers terecht kunnen in de meet-me rooms. “De combinatie van alle klanten en alle carriers maakt dat we een enorm sterk ecosysteem hebben”, zegt Boonstra. Het faciliteert ook de hybride cloud-oplossingen die steeds meer organisaties afnemen. “Deels staat het bij ons in het datacenter, en deels in de public cloud”, zegt Boonstra. “Zeker in Nederland heb je veel dark fiber in de grond, en veel daarvan is verbonden met onze site.”
Centraal punt
Wereldwijd heeft Iron Mountain de connectiviteit ondergebracht bij een centraal punt, wat volgens Boonstra een enorme verbetering heeft opgeleverd, voor het complete netwerk. “Je kunt de samenwerking van alle verschillende sites veel beter coördineren”, zegt Boonstra. “In Nederland hadden we al meer dan 50 carriers, een geweldige connectie. Nu zie je dat de afstemming wereldwijd met de carriers grote winsten oplevert. We werken met alle grote internet exchanges, niet alleen in Europa, maar ook in Amerika en Azië. Het verspreidt zich als een vlek, en alles raakt alleen nog maar meer met elkaar verbonden.”
[Dit artikel is eerder gepubliceerd in ChannelConnect juni 2022]