1. Hoe verandert edge- computing het datacenter?
We zien nu al een trend dat er zeer veel data in de Edge wordt gegenereerd. Een deel van die data is waardevol genoeg om meegenomen te worden naar een centrale plaats, maar een deel zal daar blijven. Kosten voor een transfer of andere redenen zoals latency, compliancy, enz. wegen niet op tegen het overbrengen van de data. Echter, vaak zal de data wel in de Edge verwerkt moeten worden. Denk maar aan 4k high speed video camera’s voor kwaliteitscontrole in een productieproces. Het gevolg is dat we niet alleen meer praten over de cloud, het datacenter en de Edge, maar dat het steeds vaker gaat over “centers of data” – steeds vaker moet namelijk de verwerking naar de data worden gebracht in plaats van de data naar de verwerking; in het traditionele DC of naar de cloud.
2. Hoe profiteren partners van de mogelijkheden die datacenters bieden?
Datacenters bieden een veilige plaats voor verwerkingscapaciteit en opslag. Met de laatste voorbeelden van ransomware aanvallen weten we wat een onveilige omgeving betekent; data centers bieden wel de juiste veiligheid.
3. Hoe toont de coronacrisis het belang van de digitale infrastructuur?
Voor kenniswerkers is er eigenlijk weinig veranderd sinds de coronacrisis (alhoewel nog niet alle organisaties gewend waren om hun medewerkers remote te laten werken). Dankzij de digitale infrastructuur kunnen mensen bij hun data en eigenlijk 90% van hun werk blijven doen. Er zijn alleen wel een beetje veel tools. Zelf maak ik tegenwoordig gebruik van maar liefst zeven tools voor (video) conferencing. Daardoor is het niet altijd duidelijk welke knop je waar moet gebruiken. Daarnaast is het ook gewoon een stuk minder gezellig om of afstand te werken. Voor sommige dingen wil je de mensen die betrokken zijn bij een project in de ogen kunnen kijken.
Daarnaast is het zo dat als infra uitvalt, je compleet onthand bent. Een voorbeeld: wij organiseerden onlangs een online sessie waarin we virtuele whiteboarding wilden doen. We hebben alles een dag van te voren getest, maar op het moment suprème, werkte het allemaal niet goed, omdat er ergens in de cloud een paar storingen waren. Zo zie je dus dat die digitale infrastructuur een soort van telefoondienst is geworden – en we vertrouwen erop dat die altijd beschikbaar is.
4. Had die overschakeling beter gekund?
Natuurlijk had het beter gekund. Maar van een stevige crisis als deze kun je veel leren. Ik verwacht dat het aantal remote (video) conferencing meetings zal toenemen. Nu is immers bewezen dat het gewoon kan én werkt. Als je deze overstap op 1 februari jl. had aangekondigd, waren er waarschijnlijk niet veel mensen in meegegaan om 50% van de meetings te schrappen en kortere (video) conferencing meetings te houden.
Daarnaast zou er natuurlijk meer gebruik gemaakt kunnen worden van standaarden. Maar als ik kijk naar hoe de meeste bedrijven hier mee omgaan, dan heb ik diep respect voor veel IT- afdelingen in Nederland. Misschien dat hier de Nederlandse pragmatiek naar voren is gekomen: als het eropaan komt regelen we het wel!
5. Een betrouwbare energievoorziening is moeilijk te realiseren.
In Nederland is de energievoorziening behoorlijk op orde. Daar werken ook veel mensen aan mee.
6. Hybride cloud-vormen groeien aan belang. Hoe spelen datacenters daarop in?
Datacenters in de vorm van grote colocatiepartners zijn voor de hybride cloud omgeving van groot belang. Een paar grote spelers in de markt maken ook gebruik van deze datacenters. Maar nog belangrijker is dat zij zorgen dat de verschillende netwerken aan elkaar worden gekoppeld. Zo zijn er in Amsterdam datacenters waar je direct op de Microsoft netwerk backbone kan inprikken. Daarmee heb je een acceptabele latency om verschillende applicaties in een hybride model te draaien. Als klant heb je dan het beste van beide werelden. Een veilige plaats voor je eigen spullen met snelle koppeling met de cloud.
7. Wat is de invloed van Data Gravity?
Data Gravity is vandaag de dag de grote boosdoener als het gaat om de keuze om wel of niet naar de cloud te gaan. Het “laaghangende fruit” aan applicaties is al lang naar de cloud overgebracht. Maar voor de grote bulk van applicaties blijkt dit best lastig te zijn en Data Gravity (of nog beter, de data verwevenheid) is dermate groot dat je applicaties niet meer los kan zien. Het zijn complete ecosystemen met allerlei koppelingen. Als je dan bedenkt dat je de data wel in de buurt van de verwerking wilt hebben om een goede performance te leveren, dan zie je dat zo een applicatie complex of naar de cloud of juist onder eigen beheer moet draait. Als er dan een stukje niet naar de cloud kan dan moet door de Data Gravity alles volgen.
8. Hoe duurzaam is het datacenter?
Daar kan je op meerdere manieren naar kijken. Moderne datacenters zoals die de afgelopen tijd in en rond Amsterdam zijn gebouwd doen het niet slecht. Zeker als je kijkt naar het verschil met wat klanten zelf doen als ze een kleinschalig eigen datacenter hebben. De grote partijen hebben ook de schaalgrootte om er bepaalde nieuwe technieken tegenaan te gooien. Maar goed, iets dat nu helemaal top is, kan over enkele jaren alweer achterlopen. Als het gaat om duurzaamheid, is het ook verstandig om te kijken naar hoe klanten omgaan met hun datacenter. Te veel organisaties willen de servers en storage te lang blijven gebruiken, hoewel die niet duurzaam zijn. Of bepaalde applicaties vragen nog oude technologie waar niet de laatste functies in kunnen worden gebruikt op het gebied van power-optimalisatie. We zien veel servers die meer dan de helft van de tijd niets staan te doen.
Dat is zonde, want die kun je veel efficiënter inzetten. Iedereen kan bedenken dat vijf servers die veel “idle time” hebben, meer energie gebruiken dan drie servers die optimaler worden gebruikt. En vaak zijn de verhoudingen nog schever als de servers wat ouder zijn. In Nederland is datacenterefficiency sowieso een hot topic. Er is onlangs een coalitie gestart rondom het LEAP-programma, waar HPE ook onderdeel van is. In deze coalitie werken datacenters en bedrijven in Amsterdam samen aan het realiseren van een lager stroomgebruik. Nederland is namelijk een hosting-intensief land. Er zijn inmiddels gesprekken gaande om een Zwitsers model zo snel mogelijk in te brengen in het LEAP-programma in Nederland.
Dit model verwijst naar een alliantie van academici en branchevertegenwoordigers die tijdens het World Economic Forum (WEF) het Zwitserse Data Center Efficiency Label heeft aangekondigd. Het voornaamste doel van dit label is om de koolstofuitstoot en energieconsumptie van datacenters in Zwitserland te verminderen. LEAP is geïnteresseerd in het inbrengen van dit model, met name omdat er holistisch naar het datacenter wordt gekeken. Deze toevoeging zou een mooie volgende stap in het LEAP-programma kunnen zijn.
9. Wat is de verwachting voor de rest van 2020?
Na de zomer zullen we nog steeds veel remote werken. Daarmee is de digitale infrastructuur nog steeds de basis. Mensen gaan meer en meer zien wat er mogelijk is en daardoor worden gebruikers kritischer. Door de economische terugval wordt er steeds meer gekeken hoe zaken efficiënter kunnen worden opgepakt. Samen met deze efficiencyslag zal ook duurzaamheid belangrijker worden. Maar voorspellen is moeilijk in deze situatie die nog niemand eerder heeft meegemaakt.
Wat we wel zien, is dat bedrijven kritischer kijken naar hun bestedingen: wil je je infrastructuur financieren van je OPEX of CAPEX? En hoe kun je nu inspelen op de veranderde situatie en tegelijkertijd je cash-positie beschermen? Er zijn gelukkig financiële oplossingen beschikbaar waarmee organisaties ofwel gebruik maken van een pay-per-use model (bij HPE heet dit Greenlake), ofwel steun krijgen om bijvoorbeeld later te betalen. Zo kunnen ze toch de nodige aanpassingen aan hun IT-omgeving doen, zonder hun huidige cashpositie in gevaar te brengen.
Dit is deel 2 van De Matrix waarin zes specialisten hun visie geven op de ontwikkelingen in de digitale infrastructuur. Lees hieronder de andere delen in deze reeks:
- Deel 1: Paul Faas – Dataplace
- Deel 2: Clemens Esser – HPE Nederland
- Deel 3: Enrico de Boer – Interxion
- Deel 4: Stijn Grove – Dutch Data Center Association
- Deel 5: Rick van den Hoogenhof – Copaco
- Deel 6: Eric Boonstra – Iron Mountain Data Centers
[Dit artikel is eerder gepubliceerd in ChannelConnect 4 – incl Datacenter & Cloud special 2020]