Stelling: Duurzaamheid is in de IT al heel ver doorgevoerd en regulering is op dit vlak niet nodig.
“De gedachte is vaak dat duurzaamheid in de IT-sector nog enigszins in de kinderschoenen staat en dat er grote stappen moeten worden gezet op het gebied van duurzaamheid”, trapt Stijn Grove van de Dutch Data Center Association af. “De meeste zaken zijn echter goed geregeld. Volgens het Internationale Energieagentschap is het dataverbruik van datacenters de afgelopen 15 jaar met een factor 15 toegenomen, maar is het energieverbruik stabiel gebleven. Duurzaamheid in de IT-sector staat zeker niet de kinderschoenen, dus laten we vooral kritisch blijven kijken naar eventuele regulaties.”
“We doen al heel veel op het gebied van duurzaamheid, maar absoluut nog niet genoeg”, zegt Rogier den Boer van CommScope. “Het totale energieverbruik van de Nederlandse datacenters ligt onder de 0,4% van het totaal in Nederland en 88% daarvan is renewable energie. We kunnen achteroverleunen en zeggen: ‘Kijk eens hoe goed we het voor elkaar hebben?’ We zijn er echter nog lang niet. We moeten breder naar de keten kijken. Wat is bijvoorbeeld de impact van de componenten? En het hergebruik daarvan? Hoe kunnen we al in het designproces duurzaamheid een grote rol geven? Stimuleren werkt beter dan afdwingen.”
Michiel Verkroost van advies- en ingenieursbureau Arup: “De klimaatdoelstellingen zijn heel concreet. In het klimaat- en energiekader 2030 zijn streefcijfers vastgelegd, met als doel de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, het aandeel hernieuwbare energie te verhogen en de energie-efficiëntie te verbeteren. Regulering is nodig. Er zijn nog steeds veel bedrijven die investeren in gebouwen en projecten zonder rekening te houden met het feit dat we in 2030 klimaatneutraal moeten zijn en in 2050 95% minder broeikasgassen uitstoten in vergelijking met 1990. Dat is ook wat we bij klanten benadrukken.”
“Regulering vind ik een lastig punt”, zegt Andrew van der Haar van Datacenter Almere & Groningen. “Ik moet bijvoorbeeld onze back-up dieselgeneratoren laten keuren, terwijl ze voldoen aan alle eisen als ze uit de fabriek komen. Mijn ervaring is dat de controlerende instanties niet altijd kennis van zaken hebben en soms gewoon een lijstje afwerken. Regulering zou echter wel een handvat kunnen bieden bij bijvoorbeeld de bouw. In een vroeg stadium dus.”
Jochem Steman van Serverfarm: “Uiteindelijk is een datacenter niets anders dan een facilitair bedrijf. Natuurlijk willen we restwarmte afstaan, maar dat moet dan wel mogelijk zijn. Het gevaar bestaat dat regulering doorslaat. De grootste footprint zit immers in beton.”
Rogier den Boer: “Dat Nederland relatief goed door de coronacrisis is gekomen, heeft voor een belangrijk deel ook te maken met onze goede infrastructuur. We wachten al een tijdje op duidelijke en inhoudelijke richtlijnen vanuit de overheid. We doen slimme dingen op het vlak van duurzaamheid – en daar mogen we trots op zijn! – maar we staan nog maar aan het begin.”
Ariën van Wetten van Datto wijst op het grotere plaatje. “IT draagt bij aan de duurzaamheid in het algemeen. Remote monitoring management zorgt er bijvoorbeeld voor dat het aantal fysieke verplaatsingen afneemt. Dankzij de switch naar de cloud kan er efficiënter gewerkt worden. En vergeet niet: heel veel van de continuïteitsoplossingen die wij (en anderen) aanbieden hebben ook een reguleringscomponent.”
Ook Marc Corbeek van Rittal zoomt uit. “Je moet naar de hele keten kijken. We focussen ons nu op de datacenters, maar uit onderzoeken blijkt dat voor één op de drie IT-beslissers duurzaamheid een belangrijk criterium voor het inkoopbeleid is. Er valt nog heel veel winst te behalen op dit vlak.”
Controlerende instanties hebben niet altijd kennis van zaken en werken een lijstje af
Stelling: De Europese Unie moet de ontwikkeling van Europese hardware en software stimuleren en belemmeringen opwerpen voor niet-Europese partijen.
De pandemie zorgde ook op technologisch gebied voor de nodige uitdagingen. Zo vielen de aanvoerlijnen van materialen voor chips stil door de wereldwijde lockdowns, maar steeg de vraag naar dure halfgeleiders explosief. Dat zorgde voor een tekort dat minstens tot volgend jaar aanhoudt. En zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen. Moet Europa zichzelf niet beter kunnen bedienen op het gebied van hard- en software, zonder daarbij te leunen op de grote Aziatische en Amerikaanse partijen?
“Het valt niet te ontkennen dat een aantal partijen een machtspositie heeft”, zegt Ariën van Wetten. “We moeten er echter voor zorgen en voor waken dat die partijen misbruik maken van hun positie. Zijn er alternatieven? Datto is een Amerikaans bedrijf, is het dan wel zo handig als een Europese organisatie opstaat die belemmeringen opwerpt voor partijen buiten Europa?’
Jochem Steman: “Als er maar een alternatief is. Een gezonde marktwerking lijkt me veel realistischer. Wat zou de EU dan moeten doen? De Amerikaanse partijen weren of alleen de Chinese? Dat gebeurt niet. Landsgrenzen bestaan vooral op papier.”
Rogier den Boer sluit zich hierbij aan. “CommScope opereert wereldwijd; het komt regelmatig dat mijn Nederlandse collega’s nauw samenwerken aan een project in Amerika met Amerikaanse collega’s en vice versa. Je zou gekscherend kunnen beargumenteren dat alles waar een chip in zit, is begonnen bij ASML in Veldhoven. Zij maken immers de machines waar je chips mee kunt maken. Ik denk dat een level playing field – met gelijke regels en restricties voor iedereen – veel zinvoller is.”
Marc Corbeek: “Dat is ook enigszins de digitale strategie van Europa. De EU wil naar een eerlijk digitaal speelveld, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor samenwerkingsverbanden.”
“Belemmering lijkt me niet de juiste weg, stimulering des te meer”, vult Andrew van der Haar aan. “Als je drempels opwerpt, tref je daar ook de Europese consument mee.”
“Het is een ongenuanceerde stelling”, besluit Stijn Grove. “Het sleutelwoord is afhankelijkheid. Als je van een of twee partijen afhankelijk bent, loop je risico’s. Het is zaak om een slimme langetermijnvisie te ontwikkelen.”
Een level playing field is voor iedereen zinvoller dan belemmeringen opwerpen
Stelling: Outsourcing zou verplicht moeten worden omwille van de duurzaamheid.
“Het verplaatsen van data naar de cloud draagt zeker bij aan de duurzaamheid, maar ook aan de efficiency”, zegt Ariën van Wetten. “Bij Datto voeren we elk jaar een onderzoek uit waarbij we de behoeften en aandachtspunten van zo’n 1800 MSP’s in kaart brengen. Het is de verwachting dat in 2023 de helft van alle MKB-bedrijven in de cloud zit. Opvallend is dat er wel heel veel naar de cloud toegaat, maar dat de behoefte aan back-up niet meeverhuist. De activiteiten die voorheen op de server plaatsvonden, zijn naar andere cloudomgevingen gegaan. Wij back-uppen weliswaar Azure-serveromgevingen, Office 365 en Google Workspace, maar probleem is dat gebruikers vaak denken dat hun data sowieso veilig is omdat ze de cloud gebruiken. Dat is een misverstand, uiteindelijk ben je als gebruiker zelf verantwoordelijk voor je data.”
Jochem Steman: “Outsourcen is niet voor iedereen de juiste oplossing. We zie steeds meer klanten die afstappen van een cloud first-omgeving en kiezen voor een hybride model Vooral tijdens de COVID-tijd is alles in snel tempo de cloud ingegaan, maar nu krijgen bedrijven de rekening gepresenteerd. Een eigen rack in een datacenter is voor een groot aantal van hen een interessante optie. Bovendien weten veel bedrijven niet precies wat ze aan capaciteit in huis hebben. Om überhaupt tot outsourcing te komen, is het essentieel om dit eerst in kaart te brengen. Ik durf echter wel te stellen: als het bij mij staat, is dat ‘groener’ dan wanneer het bij iemand op kantoor staat.”
Bij Rittal zien ze deze verschuiving ook. Marc Corbeek: “Outsourcing wordt voor een deel geremd door gebrek aan kennis. Voor een IT-manager is dit een complex en dynamisch proces.”
Andrew van der Haar: “Commodity-producten als Office blijven in de cloud, maar dat geldt niet meer voor de eigen data. Momenteel zie je dat bedrijven hun data op meerdere locaties bewaren of juist kiezen voor meer on-prem-toepassingen.”
“We zien een groei bij cloudorganisaties, maar tegelijkertijd merken we ook dat de enterprise-organisaties niet alleen maar gebruikmaken van cloud of hyperscales, maar bezig zijn met hun eigen omgeving uit te breiden en op te schalen”, verduidelijkt Rogier den Boer. “Dit vereist maatwerk. Je kunt niet volstaan met een ‘onze size fits all’-oplossing.”
Opvallend is dat is er veel data naar de cloud toegaat, maar dat de behoefte aan back-up niet meeverhuist
Stelling: Het stoppen van de bouw van hyperscalers hindert verdere innovatie en groei.
“Onze ruimte is schaars. Daarom moeten we de juiste keuzes maken. Hyperscale datacenters nemen veel ruimte in beslag en verbruiken onevenredig veel beschikbare duurzame energie. Daarom wil het kabinet voorkomen dat door heel Nederland hyperscale datacenters worden gebouwd.’ Was getekend Hugo de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Het gaat om datacenters van 10 ha of meer en een elektriciteitsaansluiting van 70 Mw of meer. In hoeverre zal deze aanscherping van de regels innovatie en de economische groei in Nederland lastiger maken?
Michiel Verkroost: “Wat is het verschil als je twee datacenters van 35 Mw of één van 70 Mw bouwt? De overheid zou de regie voor alle datacenters moeten pakken en niet alleen voor hyperscales. De discussie zou volgens mij ook moeten gaan over de vraag: hoe gaan we Nederland inrichten? We hebben behoefte aan een integraal beleid voor een langere periode. Daartoe is een samenwerking tussen de overheid, de (kennis)instituten en de branche nodig. Pas dan kun je de publieke opinie veranderen. Om te beginnen moet de regering erkennen dat datacenters onderdeel zijn van onze infrastructuur.”
Volgens Jochem Steman is dit bij uitstek iets wat op Europees niveau geregeld moet worden. “Anders worden ze wel ergens anders gebouwd.”
Rogier den Boer: “Dat de overheid nu probeert een regiefunctie te pakken, verbaast me niet. De discussie is breder; het gaat ook over de ‘verdozing’ van Nederland. Waar het nu aan schort is ‘inhoudelijke regie’. En vergeet ook de beeldvorming niet, vooral ook gezien de energiediscussie die momenteel gaande is.”
We hebben behoefte aan een integraal beleid voor een langere periode. Daar is samenwerking voor nodig
“Veel mensen vergeten dat een datacenter niet verantwoordelijk is voor de stroom en wel voor wat ze verbruiken”, aldus Verkroost. “Het zou moeten draaien om de energietransitie en niet om het meer of minder bouwen van datacenters. De energietransitie verantwoordelijkheid ligt bij de energieleveranciers.”
“Hoeveel duizenden vierkante meters opslagruimte worden er nu wel niet gebouwd?” vraagt Andrew van der Haar zich af. “Al die logistieke centra gebruiken net zoveel stroom of misschien wel meer dan een gemiddeld datacenter. Het blijft erg belangrijk om te vertellen wat we doen en hoe we het doen. Het is zaak om de beeldvorming van de consument te veranderen. Dat we massaal online zijn en zitten te tiktokken en online gamen, heeft namelijk consequenties.”
De toenemende vraag naar en de behoefte aan data blijft, concludeert Ariën van Wetten. “Als we stoppen met de bouw van hyperscales heeft dit bovendien grote gevolgen voor het algemene investeringsklimaat – en laat dat nu net de reden zijn dat grote partijen zich in Nederland hebben gevestigd.”
“En vergeet ook de mensen en het kennisniveau niet”, besluit Marc Corbeek. “Het moet aantrekkelijk zijn en blijven om in onze sector te werken. We moeten blijven investeren in de toekomst.”
[Dit artikel is eerder gepubliceerd in Datacenter Cloud Dossier 2022]