De fysieke omgeving van data-centers is decennialang niet veel veranderd. Qua bouw, stroomvoorziening en koeling was alles tot voor kort duidelijk en overzichtelijk. Maar er is nu sprake van een omslagpunt, vertelt Ronald van Veen, Technical Solutions Architect bij Vertiv, wereldwijd leverancier van digitale infrastructuur en continuïteitsoplossingen. “We gaan van een situatie van enkele kilowatts per serverrack naar tientallen, soms wel honderden kilowatts. Een fysiek gebouw dat is ontworpen voor 5 of 6 kilowatt in een rack kun je niet ineens vertienvoudigen qua vermogen. Dan kom je in de problemen met de afmetingen van distibutie van energievoorziening en je luchtkoeling. Het betekent dat we die gebouwen heel anders moeten inrichten.”
Flexibeler ontwerpen
De vraag naar AI en high performance computing zorgt voor een opvallende verandering in hoe de ruimte wordt gebruikt. Vroeger was de regel simpel: 80 procent van de ruimte voor servers, 20 procent voor techniek zoals koeling en stroomvoorziening. In de nieuwste ontwerpen is dat soms al precies andersom. “Het is een glijdende schaal, maar we bouwen nu al datacenters waar de technische ruimte de overhand heeft. Dat vraagt om een nieuwe aanpak, vooral omdat bestaande gebouwen hier niet op zijn ingericht.” Dat kan datacenters en ontwerpbureaus flink wat hoofdpijn bezorgen. “Hoe snel gaan de veranderingen? Moet het hele datacenter worden aangepast, of slechts een gedeelte? Die vragen zijn moeilijk te beantwoorden.” Het wordt extra lastig omdat iedereen met verschillende planningen werkt. IT-managers kijken meestal maximaal vijf jaar vooruit omdat ze dan hun apparatuur vervangen. Maar gebouwen en infrastructuur moeten wel vijftig jaar mee. “Je moet daarom heel flexibel kunnen zijn in je ontwerp,” benadrukt Van Veen. “Misschien moet je ruimtes voor computerzalen of techniek flexibel houden, waarbij je op het laatste moment besluit waar de ruimte voor moet dienen. Het gaat bovendien niet alleen om vierkante meters, de technische ruimte moet ook een bepaalde plek hebben in het gebouw.”
Ander businessmodel
Van Veen ziet verschillende slimme oplossingen ontstaan. “We maken technische apparatuur zoals UPS-systemen en koeling steeds compacter. Die plaatsen we bovendien steeds vaker buiten het gebouw. Zo houd je binnen meer ruimte over voor servers.” De koeling van krachtige servers is een grote uitdaging. “Ga je nog voor luchtkoeling, of ga je geheel of gedeeltelijk voor liquid cooling? Als je zo lang mogelijk luchtkoeling wilt – begrijpelijk, want goedkoper en eenvoudiger – zijn er nieuwe technieken beschikbaar die het mogelijk maken veel hogere vermogens te koelen zonder impact op het gebouw.”
Deze veranderingen hebben ook gevolgen voor hoe datacenters hun ruimte verhuren. “Je kunt niet meer alleen rekenen met vierkante meters en standaard stroomvoorziening. Hoeveel stroom een klant nodig heeft, wordt steeds belangrijker voor de prijs.”
Dat wil niet zeggen dat alle datacenters direct om moeten. “Gewone webservers hebben geen High Performance Computing nodig. Maar de honger om aan de slag te gaan met krachtige oplossingen groeit snel, zelfs bij grote ondernemingen zoals banken, verzekeraars en retailers.” Steeds meer klanten vragen daarbij om prefab-datacenters. “Het voordeel daarvan is dat je in de fabriek units kunt bouwen die te transporteren zijn en die we op locatie weer aan elkaar kunnen koppelen. Een klant hoeft zich daarbij niet voor tientallen jaren vast te leggen: je kunt de hele lifecycle van de IT en gebouwen zo enigszins naar elkaar toe trekken. Ook weet je precies wat het kost, anders dan bij gewone bouwprojecten waar de rekening uiteindelijk vaak hoger uitvalt dan gedacht.”
Wake-up-call
Hoe snel de veranderingen ook gaan, paniek is volgens Van Veen nu ook weer niet nodig. “Wel adviseren we datacenters die klant bij ons zijn om na te gaan denken over hoe je met de veranderingen omgaat. Het is toch een wake-up-call en het kan zomaar gebeuren dat een klant die nu vijftig racks huurt er in de toekomst liever tien wil maar dan met het dubbele vermogen van die vijftig. Als fabrikant kunnen we klanten en adviseurs helpen omdat we weten wat er speelt. Voor veel klanten is het een hoofdpijndossier, maar het biedt ook weer mogelijkheden. Waar nu heel veel bedrijven nog hun eigen computerruimte in een kantoorgebouw hebben, gaat dat niet meer werken als het straks high-end wordt. Er gaat nog meer behoefte komen aan datacenters, en de groei is al explosief.”