De Cooling Distribution Unit als schakel tussen lucht en vloeistof

Het gebruik van de allernieuwste technieken in een nieuw datacenter is betrekkelijk eenvoudig. Voor een bestaand data­center is dat echter een grote uit­daging. Er is immers al een koelsysteem geïnstalleerd, en dat helemaal vervangen is niet kosteneffectief. “Stel dat je vloeistofkoeling wil gaan toepassen, dan moet je dat integreren met het systeem dat er al is,” legt Paul Driessen, Consultant Precision Cooling bij STULZ uit.

Daar komt bij dat het vooral bij chip-on cooling erg nauw luistert allemaal, zo legt Driessen uit. “Je hebt te maken met zeer kleine vloeistofkanalen,” zegt hij. “Als je het zomaar op elkaar aansluit, dan raakt dat beschadigd. Ook wil je absoluut geen oxidatie in de buurt van de chip hebben. Het systeem moet dus worden gefilterd.”

Zakmes

Dat alles is waar cooling distribu­tion units uitkomst bieden. Dit soort oplossingen worden tussen de bestaande koelsystemen en de nieuwe vloeistofkoeling gezet. STULZ heeft daarvoor de CyberCool CMU op de markt gebracht. De eerste proef­systemen zijn al opgezet en succesvol getest. “Dat hebben we gedaan bij verschillende aanbieders van grote AI-platformen, en we krijgen verzoeken van datacenters om hybride omgevingen voor hen op te zetten,” zegt Driessen. Er is volgens hem duidelijk behoefte aan de oplossing. “We hebben duizenden pre-orders ontvangen.” Een belangrijke reden daarvoor is dat het geen kapitaalvernietiging is. Bestaande systemen blijven gewoon draaien, terwijl data­centers met de CyberCool CMU nieuwe technieken in kunnen brengen. “Het is echt een Zwitsers zakmes.”

Holistisch

Daarover krijgt Driessen ook de meeste vragen: hoe pas je het systeem in? Dat vraagt om een holistische benadering, zegt hij. “Uiteraard beschikt het datacenter over eigen buizen en pijpen,” begint Driessen. “Die moet je aansluiten. Het hydraulische systeem wordt complexer. Het is dan normaal dat operators vragen waar de toegenomen risico’s liggen.” Het is niet alleen de techniek zelf waar naar gekeken moet worden. De koelingssystemen zelf komen van verschillende leveranciers. Dat vraagt dus om een juiste verdeling van verantwoordelijkheden. “Wie moet welke storingen oplossen? Dat zijn dingen waar we serieus met datacenterleveranciers over in gesprek gaan.”

Verder betekent de hogere temperatuur dat ook moet worden gecontroleerd of de schakelingen het allemaal aankunnen. Het is ook niet alsof de faciliteiten direct helemaal over kunnen gaan op vloeistof­koeling. En zelfs als ze dat op termijn zouden doen, dan speelt de Cooling Distribution Unit ook een belangrijke rol. Het balanceert dan de temperaturen tussen verschillende componenten op de datavloer, zoals videokaarten en CPU’s.

Diverse capaciteiten

De installatie zelf is voor een installatiepartner goed te doen. “We werken samen met de installatiepartners bij de klanten,” zegt Driessen. “Maar wij kunnen het ook aansluiten. Als het door de installatiepartner wordt gedaan, dan krijgt deze alle begeleiding die nodig is. De inbedrijfsstelling en controles doen wij weer. Uiteindelijk is het een kant-en-klaar systeem.” Projecten kunnen echter ook op maat worden uitgevoerd, en de CyberCool CMU is beschikbaar in verschillende capaciteiten.

Cooling Distribution Units worden steeds meer gemeengoed in de markt. STULZ is ook niet de enige leverancier die een dergelijk systeem aanbiedt. “Ons systeem is wel relatief eenvoudig,” stelt Driessen. “Het is plug-and-play. En het sluit naadloos aan op andere oplossingen van STULZ.”