Datacenters zijn een essentieel onderdeel van onze Nederlandse infrastructuur. Beheerders moeten de levensduur van hun locaties veiligstellen, missiekritische taken optimaliseren en op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen op hardwaregebied, terwijl ze ook nog de kostenefficiëntie en duurzaamheid waarborgen. Bij Arup is het streven naar duurzame datacenters echter niet genoeg. Het ingenieurs-adviesbureau wil dat datacenters op termijn regeneratief zijn. De visie van het bedrijf is de overgang faciliteren naar een circulaire en C02-vrije economie, waarbij datacenters een positieve bijdrage leveren. Of het nu gaat om oplossingen die de bestaande infrastructuur optimaal benutten, of om het ontwerpen van nieuwe energieslimme gebouwen.
Uiteindelijk gaat efficiëntie niet alleen over de uitstoot, maar ook over optimale prestaties en minimale downtime.
Meer data – minder energie
Arup heeft becijferd dat datacenters voor ongeveer 2% van de wereldwijde CO2-uitstoot zorgen. Daarmee staat de sector gelijk aan de luchtvaart. Dit zal naar verwachting verder groeien de komende jaren, omdat de vraag naar data toeneemt. De hele branche zoekt daarom naar manieren om het energieverbruik te verlagen. Dat kan door na te gaan hoe overtollige energie kan worden hergebruikt. Die kennis biedt volgens Abdalla mogelijkheden om effectief energieontwerp en -beheer te ontwikkelen en echt duurzame datacenters te ontwerpen.
Inzicht en voorspelbaarheid
“Door het samenspel van bewustwording en de mogelijkheden die data bieden, zijn professionals de meerwaarde ervan gaan zien”, legt Abdalla uit. Het uitrusten van gebouwen met sensoren is al jaren gaande, en er komen steeds meer ‘features’ bij. “Niet alleen zijn de sensoren sterk verbeterd, maar ook de voorspellende analysemogelijkheden zijn sterk uitgebreid, door de introductie van onder meer machine learning en simulatiepakketten. Door deze data te analyseren en zo tot betere inzichten te komen over het presteren van gebouwen, nu en later, kun je als eigenaar van deze assets enorme stappen maken. Wie eigenaar is van goede data, bepaalt de toekomst.”
Zeker voor de datacentermarkt geldt dat voortschrijdend inzicht van grote waarde is. “We begeleiden onze klanten al van A tot Z”, zegt Abdalla. “We helpen ze bijvoorbeeld bepalen waar een faciliteit het beste gebouwd kan worden, en hoe hun eisen en wensen vertaald worden naar een ontwerp. Maar steeds vaker krijgen we het verzoek om naar de oplevering te kijken.”
Voorbij de historische data
Allemaal zaken die je het liefst weet voordat de eerste paal de grond in gaat. Dat is waar Arup met slimme, digitale tools van meerwaarde kan zijn. Bij het ontwerpen van gebouwen past Arup parametrisch ontwerpen toe. “We nemen allerlei veranderlijke elementen mee in de scenario’s die onze parametrische tools doorrekenen”, zegt Abdalla. “Denk aan de situatie nu, maar bijvoorbeeld ook aan die van over vijf of zelfs tien jaar. Wij toetsen hoe geschikt het ontwerp en de bijbehorende installatie is onder verschillende omstandigheden; weersscenario’s, gevraagde opslagcapaciteit en mogelijke uitbereiding ervan.” Dat soort patronen vergen volgens Abdalla sterke domeinkennis en ongelofelijk veel data van bestaande projecten. Met simulatiemodellen wordt het geoptimaliseerd en trainingsdata gegenereerd. “Dat noemen we synthetische data. Deze data gebruiken we ook om machine learning algoritmes te trainen. In combinatie met historische data proberen we het gedrag van gebouwen te begrijpen, faalgedrag te traceren en voorstellen doen om de prestatie ervan te verhogen.”
Het meest geavanceerde onderdeel van deze digitale smart-aanpak is de Digital Twin. Bedrijven kunnen de daadwerkelijke prestaties van een asset ermee voorspellen. Ook bij nieuwbouw van datacenters is synthetische data steeds vaker doorslaggevend.
Onze rol is om onze klanten te helpen bij het verbeteren van hun efficiëntie, PUE en zekerheid van de systemen.
Met behulp van parametrisch design claimt Arup dat het de meest duurzame en efficiënte variant van een gebouw ontwerpen. Daarbij rekening houdend met onder meer zon, wind, water en groen. “Je moet samen de keuze maken om door te groeien naar een nieuwe standaard.” Dat is iets waar de branche zelf nog werk te verzetten heeft. Standaarden afgedwongen door de overheid zitten nog maar aan het begin van het traject.
Iedereen zit nu in een digitale transformatie, maar je merkt dat het nog niet goed bekend is waar een datacenter aan moet voldoen.
“Iedereen zit nu in een digitale transformatie, maar je merkt dat het nog niet goed bekend is waar een datacenter aan moet voldoen”, zegt Abdalla. “Deze kennis moet gedeeld worden met de samenleving en de politiek.” Het is volgens hem ook niet zozeer een kwestie van of het goedkoper kan, maar wat het effect uiteindelijk is. “Het is geen kwestie van hoeveel een gigabyte aan opgeslagen data kost. Het is meer de vraag wat de uitstoot is die het veroorzaakt. Bij vliegreizen weet de consument hoeveel CO2 ze uitstoten, als ze de hele dag streamen weten ze dat niet.”
De uitdaging ligt dan ook in het meenemen van klanten uit gebieden waar minder aandacht wordt besteed aan de Power Usage Effectiveness (PUE), de Verenigde Staten op de eerste plaats. “Onze rol is om onze klanten te helpen bij het verbeteren van hun efficiëntie, PUE en zekerheid van de systemen. Want onderschat het niet: het is een proces dat constant verandert.”