STULZ is bekend van de klimaatoplossingen voor datacenters en maakbedrijven. Daarnaast biedt het bedrijf ook een portfolio oplossingen voor infrastructuur en telecom. “Met de opkomst van Industrie 4.0, ERTMS-treinbeveiliging, 5G en de energietransitie werd het belangrijk om daar heel gericht op in te spelen”, zegt Esendam. “STULZ heeft daarom een speciale afdeling opgezet die in ieder land de afzonderlijke markt voor telecom- en edge-omgevingen bedient.” De toename van benodigde rekenkracht door 5G vraagt om nieuwe koeloplossingen, iets waar STULZ al jaren mee de markt op gaat.
Sinds maart dit jaar is Esendam met zijn meer dan 25 jaar ervaring in de energie, Infrastructuur-en spoorsector daarvoor verantwoordelijk in de Benelux. “Het is een andere tak van sport”, legt hij uit. “Je hebt het over kleinere gebouwen en systemen die minder koelvermogen nodig hebben, en waar wel weer andere eisen aan worden gesteld.” Ook het partnerlandschap is anders. Waar het de installateurs zijn die de oplossingen in datacenters installeren, gaat het hier vaak om grote aannemers die de systemen moeten integreren met de plaatselijke infrastructuur, zoals het spoor en masten. Ze werken met andere apparatuur. “5G werkt op de 3,5 GHz-frequentie. Dat heeft een korter bereik, waardoor er nu dus meer zenders en antennes nodig zijn en er eventueel nieuwe masten bij worden gebouwd.”
De spelregels voor edge- en 5G-locaties zijn anders dan voor datacenters of industrie
Flexibiliteit
De oplossingen van STULZ voor modulaire gebouwen, edge en telecom zijn volledig aangepast aan deze situatie. Ze zijn flexibel in de installatiemogelijkheden, omdat de situatie per locatie anders is. “Je hebt het ook over bijvoorbeeld containers en prefab-faciliteiten, met een vloerruimte van rond de 15 tot 20 vierkante meter”, noemt Esendam. “Dat is een veel kleinere ruimte, en ook een veel kleiner vermogen, van 1 tot 20 kilowatt, vergeleken met datacenters die beginnen bij 100 kilowatt.”
Oplossingen van STULZ voor dit segment zijn onder meer de CabinetAir PRT voor installatiekasten, WallAir voor installatie aan de buitenkant van een container, TelAir en SplitAir voor telecomcontainers en serverruimtes en ShelterAir FC voor installaties achteraf. Voor alle oplossingen geldt dat ze meteen kunnen worden aangesloten volgens het plug-and-play principe. Ze kunnen ook worden geconfigureerd naar specifieke behoeften en eisen, en zijn ontworpen voor maximale beschikbaarheid: 24 uur per dag, 7 dagen in de week, jarenlang. Allemaal hebben ze ook gemeen dat ze werken met vrije koeling, om zo maximaal energie te besparen en duurzaamheidsdoelen te halen. “Iedereen kijkt ook naar duurzame oplossingen en total cost of ownership.”
De ontwerpprincipes achter de oplossingen zijn erg toegespitst op de trends die in heel Europa, en vooral in Nederland, op het gebied van communicatie-infrastructuur spelen. “De Nederlandse infrastructuur is dankzij glasvezel al zeer fijnmazig”, zegt Esendam. “Maar met 5G en edge wordt het allemaal nog veel fijnmaziger. Daarom moet het zo klein en compact mogelijk zijn. Nieuwe technieken en vrijeluchtkoeling hebben daarin ook een belangrijk aandeel en zorgen tevens voor een zo efficiënt mogelijke oplossing.” Hoewel de toegepaste apparatuur in principe warmer mag worden dan in bijvoorbeeld een datacenter, kunnen de omstandigheden ook veel meer fluctueren. “De temperatuur in een popstation of glasvezelstation kan wel oplopen tot 100 graden als deze in de volle zon staat. De warmte mag misschien oplopen tot 70 graden, dus dan moet je dus eigenlijk alleen koelen wanneer het daarboven komt. Dat moet je slim aanpakken.” Ook zijn de regels vaak anders omdat deze faciliteiten vaak midden in de bewoonde wereld staan. “Denk aan het geluid. De wet schrijft voor dat deze systemen niet meer dan 40 decibel mogen genereren. In de telecomsector zelf houden ze een strengere grens van 30 decibel aan.” “Wij zoeken dus altijd naar manieren om het product te laten voldoen aan de specifieke specificaties en kunnen dan eventueel een variabele toerental regeling, of extra geluiddempers toevoegen”.
Nieuwe technieken voor vrijeluchtkoeling hebben voor een revolutie gezorgd
Vervagende grenzen
Het is Esendam niet ontgaan dat de grenzen tussen de facilitaire techniek en ICT snel aan het vervagen zijn. “De hele infrastructuur wordt aan de ICT gehangen”, zegt hij. “Bijvoorbeeld slimme verkeerslichten die automatisch worden aangestuurd en kunnen sturen op verkeersaanbod, CO2 uitstoot, of op weerberichten om bijvoorbeeld fietsers bij slecht weer voorrang te geven. Wat daarin speelt zie je ook in de infrastructuur. Installatie-aannemers leggen al geruime tijd niet alleen kabels aan, maar zitten ook achter de laptop om de gegenereerde data optimaal te benutten.”
Daarom kijkt STULZ altijd heel nadrukkelijk naar het totaalplaatje van ieder project. “Overal heb je sensoren, en daar spelen wij op in. Je moet je altijd afvragen: waar gaat het naartoe? Met partners kijken we naar de samenhang binnen een project, en hoe het allemaal wordt geïntegreerd met de systemen voor eindgebruikers.” Daarbij functioneert STULZ dan ook als kennispartner, vooral als het gaat om precisiekoeling. Aannemers hebben deze specifieke expertise niet altijd in huis. “Niet alleen zetten we de kennis die wij hierover hebben in voor afzonderlijke projecten, we delen die kennis ook.”
[Dit artikel is eerder gepubliceerd in Telecom & VoIP Dossier 2021]