30 jaar digitale mobiele telefonie in Nederland
In maart 1980 ging autotelefoon van start, beter bekend onder de afkorting ATF. In 1985 kwam ATF2 om de capaciteit te vergroten en in januari 1989 was ATF3 een feit. Maar de mobiele telefonie ging pas echt los na de start van het eerste gsm-netwerk op 1 juli 1994. We kijken terug op de (netwerk) ontwikkelingen in die bijna 30 jaar gsm in Nederland.
Wij Nederlanders hebben de naam dat we nieuwe technologieën heel snel omarmen. Dat was echter nog niet zo toen mobiele telefonie zijn intrede deed. In de Verenigde Staten werd in al 1946 gestart met autotelefonie. In Nederland moesten we daarop wachten tot 1980. En het was toen iets voor zakenmensen en de ‘happy few’. In 1983 waren er 2.500 abonnees. Dagblad NRC schreef op 4 januari 1991: ‘Het beeld van zakenlieden in gestreept-grijs, die wandelend op straat met zaktelefoons zaken doen, is in Amsterdam of Rotterdam nog vrijwel onbekend. In steden als Stockholm, Londen of New York wordt het een alledaags verschijnsel.’ Ir. Wim van Eck, hoofd mobiele telecommunicatie van de PTT, bevestigde dit beeld in diezelfde krant: “De penetratie van de draadloze telefoon is bij ons nog aan de lage kant.”
Kermit en Greenpoint
Het autotelefoonnetwerk was vanwege de hoge prijs bepaald niet voor iedereen weggelegd. Om meer mensen te bereiken, introduceerde PTT Telecom in 1992 Greenpoint. Dit was een zogeheten Cordless Telephone type 2 (CT2)-systeem dat digitaal werkte. De telefoon van Greenpoint stond bekend onder de naam Kermit (later Greenhopper). Gebruikers van de draagbare telefoon moesten zich op een afstand van maximaal 150 meter van een basisstation (Telepoint) bevinden. Nederland telde in de hoogtijdagen van Greenpoint zo’n vijfduizend basisstations, vooral te vinden bij postkantoren, stations, tankstations, parkeerplaatsen en winkels van V&D. Gebruikers konden bij deze locaties bellen maar niet gebeld worden. Wie toch telefoontjes wilde ontvangen, had een semafoon nodig, al dan niet ingebouwd in het Kermit-toestel. Greenpoint stopte in 1999, toen het gsm-netwerk goed ingeburgerd was.
1 juli 1994: het eerste GSM-netwerk in Nederland
Op 1 juli 1994 werd het eerste gsm-netwerk van Nederland in gebruik gesteld. Een groot voordeel van gsm (de afkorting stond eerst voor ‘Groupe Spécial Mobile’ en later voor ‘Global System for Mobile communications’) was een veel betere dekking en het digitaal verzenden van spraaksignalen. Bovendien was het grensoverschrijdend: met een gsm-toestel kon je ook in andere Europese landen bellen en gebeld worden. Daar hing natuurlijk wel een flink prijskaartje aan.
In 1994 kwam een einde aan het telefoniemonopolie van de PTT (vanaf 1998 KPN). De overheid had besloten dat er concurrentie moest komen. Een licentie voor gsm zou worden verstrekt aan een tweede bedrijf. Er waren diverse gegadigden, alle onder aanvoering van banken. ABN AMRO vormde met onder meer Heidemij en Radio Holland een groep onder de naam NL Tel, ING zocht samenwerking met het Britse Vodafone onder de naam MT2, terwijl Rabobank met Getronics en Bell South de strijd aan ging. Later mengde ook Deutsche Telekom zich in de ‘beauty contest’ via dochter DeTeMobil.
De eerste concurrent
Het was MT2 die van de Nederlandse overheid de licentie voor het tweede gsm-netwerk kreeg. In 1995 startte het als Libertel (met als belangrijkste aandeelhouders, naast eerdergenoemde ING en Vodafone, LIOF (een NV met als aandeelhouders de Staat der Nederlanden en de Provincie Limburg), Vendex International, InternatioMüller en Macintosh Retail Group) met vooralsnog alleen dekking in de Randstad. Medio 1996 was er landelijke dekking. Het was Libertel die prepaid introduceerde onder de naam Libertel iZi. Prepaid bellen kostte in die beginperiode 1,35 gulden per minuut (omgerekend ongeveer 0,61 euro).
PTT en Libertel benaderden de markt op hun eigen manier. De PTT communiceerde tarieven vooral exclusief btw terwijl Libertel juist voor bedragen inclusief btw koos. “De meeste gebruikers zitten, hebben we in Engeland geleerd, op de particuliere markt”, vertelde C. Gent, lid van de raad van bestuur van Vodafone, in september 1995 aan De Volkskrant.
Hi
De PTT richtte zich met gsm in eerste instantie op de zakelijke gebruiker. Het ATF-netwerk was echter nog honderd procent goed én er was landelijke dekking. PTT wilde de levenscyclus van ATF verlengen en zo investeringen terugverdienen. Men bedacht het merk Hi als consumentenmerk. Hi startte in 1996 en was op dat moment veel goedkoper dan gsm. Dat trok klanten aan, maar in een snelheid die ook PTT niet verwacht had. De capaciteit van ATF was onvoldoende, waardoor klanten gedwongen overgezet werden naar gsm. Dat betekende voor die klanten dat ze een nieuw toestel moesten aanschaffen en bovendien nummerbehoud niet mogelijk was. Op 1 oktober 1999 werden de ATF-netwerken gesloten. Hi, dat later de doelgroep ‘jongeren’ kreeg, stopte als merk in 2015.
Libertel had in die tijd een opmerkelijk abonnement: ‘Stand-by’, bedoeld voor mensen die alleen gebeld wilden worden. Het abonnement was met 28,95 gulden (13,14 euro) in die tijd verhoudingsgewijs goedkoop, maar per ‘tik’ betaalde je wel 2,29 gulden (1,04 euro). Het bedrijf liet wel zijn sociale gezicht zien: geregistreerde invalide autobezitters kregen per maand gratis gesprekstijd ter waarde van 50 gulden ‘omdat bereikbaarheid voor hen van levensbelang is’.
En nog meer concurrenten
De concurrentie zorgde ervoor dat beltarieven lager en ook toestellen steeds goedkoper werden. De Nederlandse overheid besloot dus om een veiling uit te schrijven om nog meer aanbieders op de gsm-markt toe te laten. Na afloop van de veiling in februari 1998 leek het erop dat er twee landelijke aanbieders zouden bijkomen: het samenwerkingsverband van British Telecom en Nederlandse Spoorwegen (Telfort) en de combinatie van France Telecom, Deutsche Telekom, Rabobank en ABN AMRO (werknaam Federa, dat later het merk Dutchtone werd).
Er waren ook partijen die slechts losse regiogebonden frequentiepakketten wisten te bemachtigen, waaronder de combinatie van Belgacom en Tele Denmark met werknaam Brucop (vernoemd naar de hoofdsteden Brussel en Kopenhagen). Door na de veiling frequenties van andere partijen als Orange en VEBA over te nemen, kreeg Brucop voldoende frequenties in handen om toch een landelijk netwerk op te bouwen. Dit werd het mobiele netwerk Ben.
Cameraman Frans Bromet ging in 1998 de straat op om mensen te vragen of ze een mobiele telefoon hadden. Dat resulteerde in een filmpje, waarin voorbijgangers antwoorden gaven als ‘Ik heb al een antwoordapparaat’ en ‘Als mensen mij willen bereiken, dan kunnen ze dat met een brief doen’. Bekijk hier de video.
Ben begon daardoor wel met een achterstand. Telfort startte in september 1998 en was daarmee de derde aanbieder van gsm in Nederland. Dutchtone kwam als vierde en Ben was in februari 1999 de hekkensluiter. Toch wist Ben zich, na PTT/KPN en Libertel, al snel op te werken tot de derde speler in Nederland qua marktaandeel, gevolgd door Telfort en Dutchtone.
Opvallen met reclames
De nieuwkomers op de Nederlandse markt moesten natuurlijk proberen om zo snel mogelijk marktaandeel te pakken. Wat dat betreft lagen er kansen genoeg, want er waren nog niet zo heel veel mensen met een gsm. Iedere aanbieder probeerde dat op zijn eigen manier. Telfort trok de aandacht met ‘Pak & Bel’, een toestel met simkaart verpakt in een soort van melkpak. Dutchtone gooide het over een heel andere boeg. Men huurde de Canadese acteur en komiek Leslie Nielsen in voor absurdistische, lachwekkende reclamespotjes. En Ben ging op 4 februari 1999 van start met een reclameboodschap van drie minuten (!) die bijna gelijktijdig op alle Nederlandse televisiezenders te zien was.
Met een reclame van drie minuten die vrijwel gelijktijdig op alle Nederlandse televisiezenders te zien was, presenteerde Ben zich als aan het Nederlandse publiek. Bekijk hier de video.
Gegoochel met aandeelhouders
Zoals beschreven waren er dus opmerkelijke aandeelhouders bij de nieuwkomers, als ook bij de combinaties van de ‘beauty contest’ die uiteindelijk door MT2/Libertel werd gewonnen. Die aandeelhouders stapten vaak na enige tijd weer uit. Laten we beginnen met Telfort (British Telecom en Nederlandse Spoorwegen). De NS verkocht in 2000 zijn aandelen aan BT. Die laatste werd in 2001 gesplitst in een deel voor vaste telefonie (BT Ignite) en mobiele telefonie (BT Wireless). De mobiele tak werd niet veel later losgemaakt van BT en ging verder onder de naam mmO2 Plc, later O2. In Nederland veranderde de naam Telfort daardoor in O2 (Netherlands) BV.
Toen in 2003 het Britse O2 en KPN wilden fuseren, stond O2 Nederland dat in de weg. O2 trok zich daarom terug van de Nederlandse markt en verkocht zijn aandelen O2 (Netherlands) BV aan investeringsmaatschappij Greenfield Capital Partners voor 25 miljoen euro. Tevens nam het management deel in het nieuwe bedrijf. In dat jaar werd ook de naam Telfort weer ingevoerd. Het samengaan van O2 en KPN ketste overigens uiteindelijk in 2004 af. In het najaar van 2004 werd een groot aandelenpakket Telfort verkocht aan investeerder Marcel Boekhoorn. Omdat hij ook een belang had in Greenfield, Capital Partners, had hij uiteindelijk 56 procent van de aandelen Telfort in handen. Ruim een half jaar later (juni 2005) maakte KPN bekend Telfort te kopen voor 980 miljoen euro. In juni 2007 schakelde Telfort zijn eigen radionetwerk uit en klanten gingen over op het KPN-netwerk. In 2019 kondigde KPN aan dat de naam Telfort gaat verdwijnen.
Acteur Leslie Nielsen maakte voor Dutchtone diverse humoristische reclamefilmpjes, waaronder deze die werd geschoten in Italië. Bekijk hier de video.
Mobiele virtuele network operators
Bij Dutchtone stapte Deutsche Telekom al vrij snel uit het consortium (om later juist in te stappen bij Ben).Wat later verkochten de banken hun aandeel aan de Vendex KBB Groep. Nadat France Telecom alle aandelen Dutchtone had verworven en ook Orange UK had gekocht, werd de naam veranderd in Orange, want onder die naam werden vanaf dat moment alle mobiele activiteiten van France Telecom samengebracht. In oktober 2007 werd Orange Nederland overgenomen door T-Mobile, de mobiele tak van Deutsche Telekom.
Het vertrek van Deutsche Telekom bij Dutchtone was in eerste instantie vreemd. Maar later werd duidelijk wat de Duitsers precies wilden. En dat was Ben. Dit was zoals gezegd een samenwerking van Belgacom en Tele Denmark. Maar de belangstelling van de Duitsers werd duidelijk toen ze in juli 2000 samen met Belgacom en Tele Denmark 320 miljoen euro neerlegden voor een UMTS-licentie (tegenwoordig bekend als 3G). Op 30 september 2002 kwam Ben volledig in handen van T-Mobile. Een half jaar later was het gedaan met de merknaam Ben, die werd ingeruild voor T-Mobile. Toch maakte Ben als merk een rentree in 2008, maar dan als ‘mobiele virtuele netwerk operator’ (een aanbieder die gebruik maakt van het netwerk van een andere operator) die eerst alleen sim-only-abonnementen aanbood.
Stabiele markt
Na de roemruchte eerste jaren van dit millennium is de markt van mobiele telecomproviders gestabiliseerd. Al jarenlang zijn er drie aanbieders met een eigen netwerk: KPN, Vodafone en T-Mobile. Wel telt ons land nog allerlei mobiele virtuele netwerk operators, maar die maken gebruik van een van die drie netwerken. Voorbeelden zijn Simyo, Youfone, AH, Aldi, Jumbo, HEMA, Kruidvat (op het KPN-netwerk), Ben, Delta, Simpel, Tele-2 (T-Mobile) en Budgetfone en Hollandsnieuwe (Vodafone). In 2017 ontstond VodafoneZiggo na een fusie tussen de Nederlandse activiteiten van Liberty Global en Vodafone. De twee gefuseerde bedrijven profileren zich nog wel onder hun eigen merknaam.
Verdienmodel providers gaat op de schop
Bellen en sms’en, tot de komst van mobiel internet was dit een uitstekende inkomstenbron voor de mobiele providers. Ook het aanbieden van databundels leverde nog flink wat winst op. Maar het mobiele internet veranderde de manier waarop we communiceren radicaal. Bellen kon plotseling ook via internetdiensten als Skype en overal waar we online waren, konden we voortaan gratis WhatsApp gebruiken. Sommige providers reageerden in eerste instantie door diensten als Skype te blokkeren, iets wat gezien de wettelijk geregelde netneutraliteit in Nederland verboden is. Partnerschappen met diensten als Spotify, waarbij het gebruik van die diensten niet ten koste ging van de databundel, moesten klanten verleiden. Inmiddels is deze zero rating-dienstverlening ook verboden, ook hier omdat het in strijd is met de netneutraliteit. De bedrijven achter de mobiele providers bieden inmiddels een veel breder pakket aan diensten, variërend van vast internet in combinatie met radio en tv tot cloudopslag en Internet-of-Things-diensten.
Van 1G naar 5G
De geschiedenis van 30 jaar gsm in Nederland startte dus op 1 juli 1994. Maar wie denkt dat gsm dus 1G is, vergist zich. Onder 1G wordt namelijk het analoge mobiele netwerk verstaan, de 1e Generatie dus. Gsm is derhalve 2G. Nu 5G een feit is, is het wel aardig om de tussenstappen nog even te benoemen. GPRS, oftewel General Packet Radio Service, was een techniek als uitbreiding op bestaande gsm-netwerken en werd daarom 2,5G genoemd. Met die technologie kon op een efficiëntere en snellere wijze mobiele data verstuurd worden (tot 20 kbps). Met 2,5G is er een constante verbinding, maar gebruikers werden alleen afgerekend op de hoeveelheid verstuurde en ontvangen data.
EDGE was de volgende stap. Ook dit werkte op bestaande gsm-netwerken (en wordt daarom ook wel 2,75G genoemd), maar was een uitbreiding op GPRS waarbij hogere snelheden (tot 60 kbps met mogelijke uitbreiding tot 1,3 Mbps) werden bereikt. UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) wordt 3G genoemd. Ook hier was weer sprake van hogere snelheden (tot 2 Mbps). Met de toevoeging van HSDPA (High Speed Downlink Packet Access) is er sprake van 3,5G en zijn snelheden tot 14 Mbps mogelijk. En bij uitbreiding met HSDPA+ zelfs tot 84,4 Mbps. En dan komen we in de buurt van 4G. Maar er was nog één tussenstapje, namelijk LTE (Long Term Evolution), waarbij snelheden van 326Mbps mogelijk waren. Dit wordt 3,9G genoemd. LTE Advanced, dat snelheden tot 3Gbps mogelijk maakt, is het huidige 4G.
Veiling frequenties
Inmiddels hebben we 5G. Dat wil zeggen, er zijn al sinds 2020 telefoons die 5G-ondersteunen en 5G-abonnementen, maar in de praktijk is het netwerk in Nederland tot 2024 nog niet veel sneller dan 4G. Dat zit zo: tot eind 2023 is 5G alleen beschikbaar via de 700 MHz-frequentieband, waar KPN, VodafoneZiggo en T-Mobile alle drie gebruik van maken. De 3,5 GHz-frequenties, die pas echt de snelheidswinst en de lage vertraging van 5G benutten, worden pas eind 2023 geveild. Het probleem met die 3,5 GHz-band is dat er verschillende spelers aanspraak op maken. De inlichtingendiensten MIVD en AIVD gebruikten het netwerk in het Friese Burum voor het afluisteren van satellietverkeer. Satellietaanbieder Inmarsat luisterde daar ook naar noodsignalen van het internationale scheepvaartverkeer. Deze provider verhuist naar het buitenland, waardoor de veiling eind 2023 eindelijk plaats kan vinden. Voor Europa is overigens ook nog de 26 GHz-frequentieband gereserveerd voor 5G, maar die wordt voorlopig nog niet in gebruik genomen.
Overigens draait het bij 5G minder om snelheid maar juist om een lagere latency, oftewel de vertragingsduur in communicatie tussen apparaten. Bij ‘echt’ 5G zal data in 1 milliseconde verzonden kunnen worden, terwijl dat bij 4G zo’n 50 milliseconden duurt. Zeker bij technieken als zelfrijdende auto’s is een lage latency essentieel.
Uitfasering 2G en 3G
We hebben steeds meer behoefte aan netwerkcapaciteit voor het versturen en ontvangen van data. Tegelijkertijd is de capaciteit van de netwerken beperkt. 2G en 3G maken voor een deel gebruik van dezelfde frequenties als 4G. Daarom worden de oudere netwerken langzaam maar zeker uitgefaseerd. Het tempo waarmee dat gebeurt, verschilt per provider. Het verdwijnen van 2G en 3G heeft voor de gemiddelde gebruiker geen grote gevolgen. Telefoons schakelen normaal gesproken automatisch over op het beste netwerk dat beschikbaar is. In de praktijk komt dat bijna altijd neer op 5G of 4G.
Wel is het zo dat er zakelijke machine-to-machine-toepassingen zijn die gebruikmaken van het 2G-netwerk. Daarom heeft KPN besloten dit netwerk in ieder geval tot 2025 in de lucht te houden. Ook Vodafone heeft het 2G-netwerk nog niet uitgeschakeld. KPN en Vodafone hebben al wel het 3G-netwerk voor consumenten afgesloten. T-Mobile ondersteunt momenteel nog 3G, 4G en 5G.
Voorspellingen doen bleek lastig
In 1992 werd er al gesproken over de start van gsm als tweede mobiele netwerk. Op vrijdag 27 november van dat jaar publiceerde Het Financieele Dagblad een prognose over het aantal gsm-gebruikers in Nederland. Men verwachtte toen dat in 2008 het aantal van één miljoen gepasseerd zou worden. In werkelijkheid werd dat aantal al in het jaar 2000 gehaald. De groei zorgt voor onveiligheid in het verkeer: er wordt gesproken over zeker vijftien doden en enkele honderden gewonden in 2001 als gevolg van handheld bellen in de auto. In maart 2002 kwam er daarom een verbod op het in de hand houden van een telefoon tijdens het rijden. Nederland was een van de laatste Europese landen die het verbod invoerde.
Inmiddels is het verbod uitgebreid: je mag geen mobiele apparaten vasthouden tijdens het rijden. Dat betekent dat ook appen, mail of Instagram checken tijdens het rijden niet is toegestaan.